Van harte gefeliciteerd met deze overstap. Van publieke naar private sector. Dat soort overstappen zijn relatief schaars onder mededingingsrechtjuristen. U heeft er heel wat aandacht voor gekregen. Hoe voelt dat?
Ik vind het ontzettend leuk dat iedereen zo positief reageert. Ik denk dat het voor alle partijen goed is dat de werelden van de toezichthouder en de advocatuur dichter bij elkaar worden gebracht. Dit zorgt voor meer wederzijds begrip en nieuwe inzichten over en weer.
En waaróm heeft u deze overstap gemaakt?
Na meer dan vijf jaar bij de ACM te hebben gewerkt, was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik was altijd al geïnteresseerd in de advocatuur. Met name de diversiteit van het werk, de commerciële kant en de intellectuele uitdaging en diepgang spreken mij erg aan. Ik vind het leuk om mijn kennis van het recht te combineren met de kennis van de cliënt van zijn sector en om vervolgens met creatieve juridische oplossingen te komen.
Tijdens mijn werk voor de ACM ben ik in contact gekomen met veel advocatenkantoren, bureau Brandeis sprong er voor mij echt uit. Bureau Brandeis is een boutique kantoor dat graag opkomt voor de zogenaamde challenger en doet veel mooie zaken. Bovendien had ik een goede indruk van Bas Braeken, de partner van de sectie EU & mededingingsrecht, en wist ik dat ik veel van hem kan leren. Onze mededingingspraktijk procedeert regelmatig en we treden ook vaak op als counsel voor andere kantoren, bijvoorbeeld bij fusies en overnames. Die combinatie spreekt mij aan. Last but not least: ik voelde een goede klik met mijn collega’s bij bureau Brandeis.
Heeft u nog last gehad van een cultuurschok?
De cultuurschok valt tot nu toe ontzettend mee. De werksfeer bij bureau Brandeis is heel goed, waardoor ik me al snel thuis voelde. Verder zijn de vraagstukken waar ik mij mee bezig houdt niet heel anders dan bij de ACM. Hoewel de ACM zaken vanuit een ander perspectief benadert dan de advocatuur, heb ik bij de ACM zowel qua kennis als qua competenties mooie bagage opgedaan om ook als advocaat aan de slag te gaan. Ik ben nu een maand werkzaam bij bureau Brandeis en merk dat mijn ervaring goed van pas komt om cliënten een volledig beeld te geven van de overwegingen van de toezichthouder en daarmee bruikbaar advies te geven.
Het tijdschrijven zit trouwens nog niet helemaal in mijn systeem; ik vergeet regelmatig het klokje aan te zetten.
We begrepen dat u vorig jaar de opleiding Grotius-mededingingsrecht cum laude hebt afgerond. Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen?
Dat was een leerzaam en pittig jaar. Ik heb hard gewerkt in de avonduren en in de weekenden. En mijn sociale leven stond op een lager pitje dan nu. Ik had overigens echt geluk met mijn medecursisten. We vormden een hechte en diverse groep van advocaten, bedrijfsjuristen en ACM’ers en hebben veel aan elkaar gehad.
En tot slot: mocht u – uit voorzorg en in goede gezondheid – een paar dagen in quarantaine moeten zitten, wie zou u dan in ieder geval mee willen nemen?
Het lijkt mij leuk om in quarantaine te zitten met Eurocommissaris Margrethe Verstager. Ik heb haar een paar keer ontmoet, toen ik bij DG Comp werkte. Ik vind haar een ontzettend sterke en inspirerende vrouw met een goede dosis humor. Ik verwacht dat we goede gesprekken zullen voeren en wellicht kunnen we ook nog gedachten uitwisselen over de koers die de EU is ingeslagen op het gebied van het mededingingsrecht.
