In ‘Ik wil de waarheid’ maakt de lezer de rechtszaak van binnenuit mee, de hoorzittingen, getuigenverhoren, reconstructies, gesprekken met deskundigen en met nabestaanden van de omgekomen kapers Hansina Uktokselja en Max Papilaja. Het gebrekkige onderzoek door de Staat werd door de rechters bewezen geacht, maar Zegveld verloor de zaak. Toch laat ‘Ik wil de waarheid’ zien dat ook een verloren zaak betekenis kan hebben. Het toont Zegveld in haar bewonderenswaardige gedrevenheid om de waarheid boven water te krijgen. Want als íéts Zegveld
drijft, dan is het wel het besef dat staatsmacht dodelijk kan zijn en dat we het handelen van de Staat voortdurend kritisch tegen het licht moeten houden – omdat de Staat er voor ál zijn burgers dient te zijn.
Liesbeth Zegveld (1970) is mensenrechtenadvocaat en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werd beroemd vanwege tal van succesvolle zaken, voor slachtoffers van Srebrenica, nabestaanden van standrechtelijk geëxecuteerden in Indonesië, slachtoffers van de Holocaust die met NS-treintransporten naar concentratiekampen werden afgevoerd, en overlevenden van luchtbombardementen in Irak.