Mr. van de week: Jeroen Ermers

Delen:

Jeroen ErmersMr. van de week is Jeroen Ermers. Hij promoveerde op 7 maart op zijn proefschrift ‘Estoppel vanuit civil law perspectief’ aan de Open Universiteit. Het Engelse leerstuk Estoppel zou volgens Ermers ook in Nederland moeten worden benoemd en erkend. Dat zal de rechtspraak duidelijker en efficiënter maken en er voor zorgen dat bijvoorbeeld consumenten een sterkere positie krijgen. Ermers is als jurist werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en als docent verbonden aan de Open Universiteit.

Op 44-jarige leeftijd behaalde u de master Rechtswetenschappen aan de Open Universiteit en daarna ging u direct door met promoveren. Waarom dat nu nog allemaal op uw hals gehaald?

Ik ben tegen mijn veertigste rechten gaan studeren. Ik prijs me gelukkig dat ik misschien niet op mijn achttiende, maar dan toch op latere leeftijd heb kunnen ontdekken waar mijn talenten liggen. Het is belangrijk is dat een instelling als de Open Universiteit (OU) bestaat die een dergelijke tweede kans mogelijk maakt.Toen ik eenmaal de master had behaald, wilde ik niets liever dan verdergaan met onderzoek. Ik ben dankbaar dat deze mogelijkheid werd geboden door OU, in het bijzonder mijn promoteres Anka Ernes en Jac Rinkes.

U vindt dat consumenten beter beschermd moeten worden beschermd tegen ‘kleine lettertjes’. Hoe en waarom?

Waar het om gaat is dat consumenten in een slechte onderhandelingspositie staan tegenover hun professionele wederpartij. Deze stelt bijvoorbeeld eenzijdig algemene voorwaarden op die men maar heeft te slikken. Het klassieke beeld van twee gelijkwaardige partijen die over en weer met elkaar onderhandelen en door aanbod en aanvaarding tot overeenkomst komen gaat niet op. Daarom is het goed dat het BW hier aandacht aan besteedt als het gaat om oneerlijke handelspraktijken of standaardvoorwaarden. Maar consumentenrecht is vooral een kwestie van handhaven. De insteek van mijn boek is dat partijen die zich onbehoorlijk gedragen tegenover hun wederpartij onder omstandigheden niet vrij staat een beroep te doen op hun rechten en bevoegdheden. Dit is het geval als ze zich op een wijze hebben opgesteld die inconsistent is met het later inroepen van een recht of bevoegdheid. Zo kan een partij die de wederpartij niet voldoende heeft geïnformeerd bij de rechter niet roepen dat de wederpartij zijn eigen onderzoeksplicht heeft verzaakt.

Wie was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?

Een prettige bijkomstigheid van het doen van onderzoek was dat ik het werk van grote Nederlandse juristen kon (her) lezen en ontdekken. Van Dunné heeft wel eens gezegd dat je niet te snel moet denken dat je iets voor het eerst zegt. Ik merkte inderdaad dat wetenschappelijk onderzoek ook betekent teruggrijpen naar en voortbouwen op het werk van anderen. Mijn persoonlijke favoriet is wat dat betreft Bregstein, die relatief jong is overleden en niet de faam heeft van Scholten en Meijers.

Als u het voor het zeggen had dan…?

…erkende de Hoge Raad dat binnen de grote vergaarbak van de redelijkheid en billijkheid een bepaalde categorie gevallen valt te onderscheiden van estoppel-achtige situaties. Daarbij heeft te gelden datals een partij een bepaald standpunt heeft ingenomen, de wederpartij zijn toekomst daarop moet kunnen inrichten.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

De eerste keer dat ik in de rechtszaal zat en met de rechtbank een discussie voerde over een ingewikkeld technisch punt uit de Awb. Toen voelde ik: hier ben ik thuis.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

Artikel 6:248 lid 2 BW. Dit artikel opent de mogelijkheid om alle uitoefening van rechten en bevoegdheden in strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te beperken.

Welk wetsartikel het slechtst?

De dwalingsregeling in artikel 6:228 BW. Een al complex leerstuk wordt nodeloos nog ingewikkelder gemaakt. Het ontwerp heeft te weinig rekening gehouden met de ontwikkelingen in de rechtspraak zoals het arrest Baris/Riezenkamp. De regeling in het BW is geïnspireerd op het preadvies van De Grooth uit 1948. Zijn preadvies berust naar mijn mening echter op een verkeerde lezing van het vooroorlogse werk van Van Oven.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

Recht.nl

Welk boek las u het laatst?

G.R. Elton, Reform and Reformation. England 1509-1558 (Harvard University Press, 1977).

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Inez Weski.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven