
Mr. van de week is Liesbeth Zegveld. Eind vorige maand ontving zij de Dekenprijs van de Amsterdamse Orde van Advocaten, omdat zij zich als Amsterdamse advocaat heeft onderscheiden op een buitengewoon complex rechtsgebied: de aantasting van mensenrechten in oorlogssituaties en de aanpak van internationale milieuschades. Zegveld is sinds 2000 advocaat en verbonden aan het kantoor Prakken d’Oliveira. Daarnaast is zij hoogleraar ‘War Reparations’ aan de Universiteit van Amsterdam. In 2011 richtte zij de Nuhanovic Foundation op, met als doel de toegang tot het recht voor oorlogsslachtoffers te vergemakkelijken.
Gefeliciteerd! Wat betekent deze prijs voor u?
Het is fijn om waardering te krijgen van je eigen beroepsgroep. Het is een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg.
U won van de Staat in de Screbenica-zaak. Elf jaar lang hield deze zaak u bezig. Hoe kijkt u hierop terug?
Ik weet niet of ik deze zaak ooit helemaal afsluit. Daarvoor zit hij teveel in me. De zaak is overigens ook niet afgesloten. We zijn op dit moment bezig met onderhandelingen over de schadevergoeding. Het verloopt uitermate traag. Tot mijn grote teleurstelling. Daarnaast heb ik de laatste hand gelegd aan het beklag tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie van maart 2013 om geen strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen de leiding van Dutchbat 3.
Hebt u zich nooit in een ander en eenvoudiger rechtsgebied willen specialiseren dat misschien ook nog eens beter verdienend was geweest?
Nee.
Als u minister van Veiligheid en Justitie was dan… ?
Zou ik het systeem van rechtbijstand veel beter aankleden en inrichten. Het marginale karakter van het systeem maakt dat het in het algemeen het niet aantrekkelijk is voor advocaten met kwaliteiten. Dat betekent dat bepaalde groepen van de bevolking altijd op minder aangewezen zullen zijn. Dit betekent ook dat bepaalde rechtsgebieden onvoldoende volledig tot bloei komen simpelweg omdat er niet de aandacht aan besteed kan worden in de praktijk die deze rechtsgebieden wel verdienen.
Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Britta Böhler is dat heel lang geweest. De wijze waarop zij haar praktijk deed, de keuze om te gaan voor de zaken die er werkelijk toe doen en het lef te hebben om niet de hele tijd uren te willen schrijven en door te rennen, is voor mij bepalend geweest in de keuze om oorlogsslachtoffers bij te staan.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Srebrenica van 6 september vorig jaar.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 6:2 BW: een regel is niet van toepassing indien dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Welk wetsartikel het slechtst?
Ieder wetsartikel dat geen ruimte biedt voor uitzonderingen.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Recht.nl
Welk boek las u het laatst?
Griselda Molemans, Opgevangen in andijvielucht.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Er zijn weinig mensen die ik het leed van een gevangeniscel zou willen aandoen.