Mr. van de week is Omar Salah. Afgelopen vrijdag promoveerde hij aan de Universiteit van Tilburg op een onderzoek naar de mogelijkheden om sukuk, islamitische effecten, onder het Nederlandse privaatrecht uit te geven. Zijn conclusie is dat islamitische financiële transacties ook in Nederland mogelijk zijn. En dat biedt geweldige kansen voor de Nederlandse economie, omdat daarmee een markt kan worden aangeboord waar naar schatting bijna twee biljoen dollar in omgaat. Salah is advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek.
Wat moeten we precies onder islamitische effecten verstaan?
Islamitische effecten zijn effecten die zijn gebaseerd op het islamitische recht. Effecten kunnen (kortweg) worden verdeeld in aandelen en obligaties. Aandelen zijn doorgaans toegestaan binnen het islamitische recht, maar obligaties zijn niet toegestaan onder meer omdat de obligatiehouders rente ontvangen. Sukuk is het islamitische equivalent van een conventionele obligatie. Sukuk transacties verschillen in zoverre van conventionele obligatieleningen dat sukuk houders ten eerste geen rente ontvangen. De periodieke betalingen aan de sukuk houders zijn gekoppeld aan onderliggende winst genererende transacties. Ten tweede hebben sukuk houders de economische eigendom van de onderliggende goederen in die transacties. Daarmee wordt beoogd een directe link te creëren tussen de roerende en onroerende zaken die het onderwerp van de onderliggende transacties zijn en het verhandelbaar schuldpapier op de kapitaalmarkten.
Wat zou de toepassing hiervan concreet kunnen betekenen voor de Nederlandse markt?
Dat zou betekenen dat we een markt betreden waar naar schatting bijna twee biljoen dollar in omgaat. Het biedt Nederland de mogelijkheid om geld aantrekken uit een regio waar veel investeringsgeld aanwezig is. Bovendien kunnen we ons daarmee positioneren als financieel centrum.
Denkt u dat Nederland openstaat voor het toepassen van islamitische transacties?
Ik ben ervan overtuigd dat Nederland openstaat voor het toepassen van islamitische financiële transacties. Het betreft een lucratieve markt en Nederland kan niet achterblijven in deze markt. Ik denk echter dat de markt voor islamitisch financieren, vooral Islamic investment banking, vrij onbekend is in Nederland en dat maakt het vooralsnog misschien ook onbemind.
Als u het voor het zeggen had dan…?
Dan zou ik de problematiek rondom artikel 1F Vluchtelingenverdrag aanpakken. De wijze waarop dat artikel in Nederland wordt toegepast wijkt volledig af van alle andere Europese landen en heeft inmiddels niets meer te maken met het recht en/of rechtvaardigheid.
Wie of wat was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?
Mijn ouders. Zij zijn altijd al mijn kracht, mijn grootste inspiratiebronnen en mijn drijfveren geweest. Daarnaast waren mijn promotores, professor Reinout Vriesendorp en professor Reinout Wibier, bronnen van inspiratie. Zonder de begeleiding van beide hoogleraren was het nooit gelukt.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Dat moet ik nog bereiken… maar tot op heden ongetwijfeld de dag van mijn promotie!
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 3:84 lid 3 BW, waarin het fiduciaverbod is gecodificeerd. Achter dat artikel schuilt ongeveer een eeuw aan rechtsontwikkeling. De ontwikkeling van de fiduciaire zekerheidseigendom in de jurisprudentie van de Hoge Raad vóór de invoering van het nieuw BW fascineert mij enorm, alsmede de redenen voor het introduceren van het fiduciaverbod in het nieuw BW. Na haar invoering heeft artikel 3:84 lid 3 BW heel wat pennen in beweging gebracht. De rechtswetenschapper in mij kan alleen maar enthousiast raken van een dergelijke rechtsontwikkeling.
Welk wetsartikel het slechtst?
Artikel 3:84 lid 3 BW. Hoewel de rechtsontwikkeling rondom de materie uitermate intrigerend is betwijfel ik of het artikel bestaansrecht heeft en of zij dat überhaupt had ten tijde van haar invoering. Daardoor heeft het artikel tot veel rechtsonzekerheid geleid en dat doet zij nog steeds. De advocaat in mij wordt daar helaas iets minder enthousiast van.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Kluwer Navigator
Welk boek las u het laatst?
Dat is echt lang geleden weer… De afgelopen tweeënhalf jaar – sinds ik het schrijven van mijn proefschrift ben gaan combineren met het werken als advocaat bij De Brauw – heb ik helaas minder tijd gehad voor het lezen van een (niet-juridisch) boek. Dat wil ik nu weer graag oppakken. Het laatste boek dat ik las was ‘Alleen maar nette mensen’. Ik heb het boek met veel plezier gelezen: erg goed geschreven en de humoristische wijze waarop Robert Vuijsje speelt met maatschappelijke kwesties vind ik erg mooi. Bovendien heeft het boek nog een andere waarde voor mij: ik kreeg het boek cadeau van mijn promotor professor Reinout Wibier toen ik vertrok van Tilburg University richting De Brauw.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met mijn herinneringen… Het leven raast aan mij voorbij en degenen die mij kennen weten dat ik van snelheid houd, dus dat vind ik geweldig. Op het moment dat ik onverhoopt in een gevangeniscel zou eindigen – en ik noodgedwongen moet stilzitten – dan zou ik graag willen terugblikken op het leven. Alles gaat soms zo snel, dat er zo nu en dan geen tijd is voor reflectie.