Dat schrijft de NOvA aan de vaste commissie Justitie en Veiligheid van Tweede Kamer, in reactie op de negende voortgangsrapportage stelselvernieuwing rechtsbijstand van minister voor Rechtsbescherming Weerwind (D66), de een “periodieke herijking” aankondigde per 2024. Vanaf dan worden de vergoedingen voor sociaal advocaten aangepast en periodiek doorgelicht.
Grote zorgen
Dat is volgens de publiekrechtelijke beroepsorganisatie niet genoeg: zij “maakt zich grote zorgen over de manier waarop de minister deze verantwoordelijkheid neemt.” De NOvA noemt de plannen van Weerwind “over het algemeen positief”, maar stelt dat deze het verschil niet gaan maken wanneer er niet direct iets gebeurt aan de vergoedingen.
In de brief wordt erop gewezen dat de tekortschietende financiering de sociale advocatuur bedreigt. Onvoldoende en inkomen en gebrek aan perspectief zouden de belangrijkste redenen zijn voor advocaten om ermee te stoppen en voor studenten om er in de eerste plaats niet mee te beginnen. “De ver achterblijvende inflatiecorrectie heeft direct gevolgen voor de (jonge) aanwas en het waarborgen van rechtsbescherming”, schrijft de NOvA. “Haast is dan ook geboden.”
Gestegen kosten
De indexering van dit jaar is 0,67%, terwijl de inflatie in Nederland 10% bedraagt. Tegenover de nagenoeg gelijkblijvende vergoeding staat dat de kosten stijgen, zoals de huur van een kantoorpand, loonkosten, cursussen, pensioenvoorzieningen en verzekeringspremies. “Het is bij een toevoegingspraktijk op fulltime basis zelfs niet vanzelfsprekend dat men een redelijk inkomen genereert.”
Daarom zou een noodinvestering per direct uitkomst moeten bieden in de vorm van een overbruggingsregeling, rekening houdend met een reële inflatiecorrectie van tien procent. Ook moet de huidige indexeringsformule op korte termijn op de schop.
