De Haagse raadsheer om wie het gaat, is sinds december 2023 al niet meer werkzaam bij het hof. Aanleiding voor zijn vertrek waren enkele tientallen uitspraken waarbij de raadsheer had doen voorkomen alsof deze door drie rechters waren opgesteld, terwijl hij dit in werkelijk in zijn eentje zou hebben gedaan.
De zaak kwam destijds aan het rollen door een interne melding, waarna de Raad van de rechtspraak een onderzoek instelde. Tegelijkertijd stelde de Rijksrecherche een strafrechtelijk onderzoek in. Om de slager niet zijn eigen vlees te laten keuren, nam een officier van justitie uit Limburg op aanwijzing van de Hoge Raad de leiding over dat onderzoek.
Bewijsbaar
Het OM is op basis van het onderzoek van de Rijksrecherche nu van oordeel dat de verdenkingen tegen de raadsheer ‘bewijsbaar’ zijn, zo laat men in een persbericht weten. “De voormalig raadsheer heeft in strijd met de waarheid stukken opgesteld in zogenoemde rolzittingen. De oud-raadsheer wordt ervan verdacht dat hij met de valse stukken deed voorkomen dat deze zittingen hadden plaatsgevonden in de aanwezigheid van drie rechters terwijl de verdachte deze zittingen alleen had gedaan.”
Tijdens het onderzoek is eveneens gebleken dat de raadsheer vermoedelijk alleen handelde, waardoor er geen aanvullende verdachten in beeld zijn gekomen. Hoewel de raadsheer tot op heden ‘geen begrijpelijke uitleg’ voor de gang van zaken heeft kunnen geven, lijkt het er overigens niet op dat hij persoonlijk belang had bij de valsheid in geschrifte. Rechtzoekenden zijn vermoedelijk ook niet daadwerkelijk gedupeerd door de werkwijze, zo liet het hof Den Haag in een eerder stadium al weten.
Vergoeding
Wel heeft het hof zelf door de werkwijze zo’n 110.000 euro te veel aan uitgekeerde inkomsten ontvangen. Voor zittingen van de meervoudige kamer (met drie rechters) ontvangen gerechtshoven namelijk een hogere vergoeding dan voor enkelvoudige zittingen: 3.052 euro tegen 476 euro. Het hof Den Haag heeft het te veel ontvangen bedrag overigens al in 2024 terugbetaald aan de Raad voor de rechtspraak.
Ernstig
Desalniettemin neemt het OM de zaak hoog op en spreekt men over een ‘ernstige verdenking’. “Rechtszoekenden moeten er namelijk vanuit kunnen gaan dat door rechters opgestelde stukken overeenkomen met de waarheid. Deze zaak raakt dan ook de integriteit van de rechtspraak. Om die reden is besloten deze zaak voor de rechter te brengen in een openbare behandeling.”
Update (16 oktober 2025):
Daags na de bekendmaking van het OM om tot vervolging over te gaan, komt de Rechtspraak met het nieuws dat het door hen aangevraagde onderzoek door PwC is afgerond. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat het ‘onwaarschijnlijk’ is dat de werkwijze van de bewuste raadsheer bij andere gerechtshoven is toegepast. “Ook is onderzocht of de betreffende werkwijze zich voor kan doen bij andere type rechtszaken. Vanwege de aard van de zaken waarin deze werkwijze werd toegepast, achten de onderzoekers dit alles onwaarschijnlijk. Voor het toepassen van de werkwijze moet eerst aan zeer specifieke voorwaarden zijn voldaan en moet er bovendien de intentie zijn om deze te hanteren.”
