Partnerbijdrage van

Opleiding gerechtsdeurwaarders mag gezien worden

Hoewel het aantal gerechtsdeurwaarders de laatste jaren is gedaald, is er nog steeds nieuwe aanwas nodig. Wat is er zo mooi aan het vak? Hoe ziet de nieuwe gerechtsdeurwaardersopleiding eruit? En hoe maken we studenten enthousiast? Lorena Botter (gerechtsdeurwaarder bij Syncasso en KBvG-Ledenraadslid), Nathalie van Huet (directeur business development bij AGIN Timmermans) en Jos Rutten (docent aan de gerechtsdeurwaardersopleiding van de Hogeschool Utrecht) gingen erover in gesprek.

Delen:

Drive om recht te doen

Krijgen gerechtsdeurwaarders op een feestje de vraag wat voor werk ze doen, dan is het antwoord meestal onverwacht. Botter: “Ik zeg altijd dat ik iemand probeer te helpen aan de deur. Dan kijken mensen soms best vreemd op, want ze hebben een ander – negatiever – beeld van een gerechtsdeurwaarder. Ze verwachten niet dat de gerechtsdeurwaarder helpt. Ze verwachten daarnaast ook niet direct dat een vrouw als ik dit werk doet.

Wat het werk voor mij spannend maakt, is dat elk adres weer verrassingen oplevert. Vooral als ik de niet-kunners verder kan helpen geeft mij dat veel voldoening. Dat is een van mijn drijfveren. Het is bijvoorbeeld voorgekomen dat ik de waterlevering moest afsluiten bij een gezin met een baby’tje. Ik heb daarna nog contact met hen gehad. De volgende dag nog is de gemeente een schuldhulpverleningstraject gestart en werd het gezin weer aangesloten op het water. Zo heb ik zowel de schuldeiser als de schuldenaar geholpen. Een andere –  vooral spannende – kant van ons vak is dat je soms moet doorpakken wanneer de situatie daar om vraagt.”

Rutten: “Het bijzondere dat ik vaak uitlicht, is de functie die de gerechtsdeurwaarder in de rechtsstaat heeft. Ik maak vaak de vergelijking met het werk van de politie als handhaver van de wet. Een gerechtsdeurwaarder is een soort ‘civiele politieagent’. Ik hoor van studenten die inmiddels ook als gerechtsdeurwaarder aan het werk zijn, dat die rol de meeste voldoening geeft. Daarnaast vinden zij de afwisseling en de persoonlijke vrijheid belangrijke voordelen van het werk.
Soms krijg je weleens de reactie dat het ‘zielig’ zou zijn voor mensen met schulden dat gerechtsdeurwaarders aan de deur komen. Ik draai het meestal om en zeg dan: kun jij je voorstellen dat jij je salaris de komende maand niet meer krijgt? Want dat is wat gerechtsdeurwaarders doen: ze zorgen dat organisaties het geld krijgen waar ze recht op hebben, omdat iemand iets bij hen heeft gekocht. Dat klinkt logisch voor juristen en gerechtsdeurwaarders. Die denken meer in rechten en plichten, maar dat is niet voor iedereen zo eenvoudig te begrijpen. Het staat of valt met de manier waarop je je vak uitoefent aan de deur.”

Van Huet: ”Zonder uitvoerders van het recht, geen recht. Al ben ik zelf geen gerechtsdeurwaarder, die trots zie ik wel terug bij mijn collega’s. Ik heb grote waardering voor de manier waarop gerechtsdeurwaarders, maar ook de tientallen dossierbehandelaars in ons team, hun werk op een zo maatschappelijk betrokken mogelijke manier proberen te doen. Zij hebben dagelijks met debiteuren te maken, maar ook met de opdrachtgever of schuldeiser die meestal ook een gezin heeft. Er is veel aandacht voor de bescherming van de schuldenaar en dat is belangrijk, maar dat de KBvG zich ook hard maakt voor de positie van de schuldeiser vind ik ook goed. Want dat is uiteindelijk van belang voor de economie van heel Nederland.

Die bijzondere rol van de gerechtsdeurwaarder is ook de reden dat ik wil bijdragen aan de (her)waardering van de branche. Dat verdient de beroepsgroep. Ik vind namelijk dat gerechtsdeurwaarders een beetje in het verdomhoekje worden gezet. Daar heeft de overheid ook een aandeel in gehad: bijvoorbeeld bij de Btag-tarieven. Er is een onafhankelijke commissie voor nodig geweest om te constateren dat die tarieven tekortschoten. En tegelijk moet de gerechtsdeurwaarder voor dat tarief ook nog eens sociaal verantwoord incasseren.”

Veeleisend vak

Het gerechtsdeurwaardersvak kan best overweldigend en veeleisend zijn. Gerechtsdeurwaarders moeten nieuwe wetgeving en normen bijhouden en er worden maatwerkoplossingen van hen verwacht.

Rutten: ”In onze cursus ‘Schulden’ voor studenten van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en de gerechtsdeurwaardersopleiding proberen we studenten beide kanten van het schuldendomein te laten zien. We geven daarbij het inzicht dat ze onderdeel zijn van een systeem. Dan is het belangrijk om te weten welke belangen er spelen en dat bijvoorbeeld incassomedewerkers en schuldhulpverleners ook van elkaar weten wat ze doen en waarom. Dat kunnen studenten zich nog moeilijk voorstellen; het is soms namelijk net even wat complexer dan wat je bedenkt achter je bureau. Het is een van de grote onderwijsuitdagingen om hen dat te laten realiseren als ze straks aan het werk gaan.”

Van Huet: “Er is de afgelopen jaren veel gebeurd in de branche. Het moest efficiënter, sociaal verantwoorder en goedkoper. De tijd dat je voor de aantrekkelijke verdienste voor het gerechtsdeurwaardersambt koos, ligt ver achter ons. Maar het is nog steeds een prachtig vak.”

Botter: “Helemaal mee eens. Heel afwisselend ook. Soms kom je aan de deur en snakken mensen naar een gesprek waar je de tijd voor moet nemen. Maar op een ander adres ben je zo weer weg, omdat er niemand thuis is. Het is ook geen 9-tot-5 job. Je hebt bij ons veel vrijheid om te bepalen wanneer je je route rijdt.”

In de praktijk leer je het vak pas echt, door verschillende situaties mee te maken. Beginnende gerechtsdeurwaarders blijven dan weleens met vragen zitten, waarover ze met een collega willen sparren. Buiten het kantoor waar ze werken, is dat soms moeilijk te organiseren. Daarom is binnen de KBvG de commissie Kennis & Interactie Nieuwe Gerechtsdeurwaarders (KING) opgericht. Botter is hiervan de initiatiefnemer geweest.

Botter: “Ik ben er trots op dat we KING konden oprichten. Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk en fijn het is om als beginnend gerechtsdeurwaarder ergens met je vragen terecht te kunnen. De vier leden van de commissie KING – allemaal jonge gerechtsdeurwaarders uit de praktijk – beantwoorden vragen van beginnende vakgenoten. Laagdrempelig en niet zo formeel. En als ze zelf de vraag niet kunnen beantwoorden verwijzen ze je door of helpen ze je verder op weg.

Nieuwe KBvG-leden ontvangen een welkomstpakket. Gewoon met basisinformatie: bij wie kun je terecht bij de KBvG? Hoe kom ik in contact met de Ledenraad?”

Nieuwe praktijkgerichte opleiding

Door de ontwikkelingen van het ambt is het curriculum van de gerechtsdeurwaardersopleiding sinds 2016 aangepast aan de eisen en de professional van deze tijd. Inmiddels heeft de eerste lichting studenten de opleiding in de nieuwe vorm bijna afgerond.

Rutten: “Er is behoefte aan mensen die zelf nadenken over de manier waarop ze in het gerechtsdeurwaardersvak staan. Vanuit het idee ‘leren kan, maar ervaren is beter’, is de opleiding daarom niet meer opgebouwd vanuit de theorie, maar meer vanuit wat je doet in de praktijk.
De hoofdfase van de opleiding bestaat uit een aantal cursussen/modules. Bij iedere cursus staat een praktijkthema centraal: bijvoorbeeld ‘Procederen civiel’. Hierin toetsen we niet alleen of je stukken kunt schrijven en of ze juridisch kloppen, maar ook of ze leesbaar en goed gestructureerd zijn. Hierin combineren we vaardigenheden en kennis dus in de toetsvorm die we gebruiken.
Maar we hebben ook een cursus ‘Ambtshandelingen in de praktijk’. Hierin is naast het schriftelijk betekenen van het exploot ook aandacht voor het contactmoment aan de deur: hoe breng ik de boodschap? Hoe ga ik om met weerstand? We hebben hier de ‘betekeningsroutetoets’ voor opgezet. We maken dan een setting waarbij we de praktijksituatie nabootsen. Studenten krijgen een fictieve ‘route’ met drie exploten. Na een korte voorbereiding komen ze het lokaal binnen en ervaren wat ze zouden meemaken als ze een exploot aan de deur komen betekenen. Dat is zeer leerzaam, zowel voor studenten als docenten.”

Botter: “Dat wist ik niet. Ik vind het heel leuk om dit te horen. Ik heb vooral de lange schrijftentamens nog gedaan. De opleiding zit veel dichter op de praktijk nu.”

Rutten: “We leiden de eerste drie jaren op zodat studenten in het vierde jaar aan de stage kunnen beginnen. Het is wel van belang om al voor de stage op een gerechtsdeurwaarderskantoor te werken. Om te leren wat je als gerechtsdeurwaarder moet kennen en kunnen, is het goed om al in de praktijk mee te draaien. Studenten bouwen zo een portfolio met werkervaring op waar ze in het derde jaar op beoordeeld worden. Onder meer met opdrachten en een assessment, toetsten we of studenten kunnen uitleggen waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt. Als je dat kunt, heb je grote stappen in je ontwikkeling gezet en zou het in de praktijk ook moeten lukken. Deze manier van toetsen is heel wat anders dan alleen tentamens maken.”

Verhaal vertellen

Elk jaar starten er tussen de twintig en 25 nieuwe studenten aan de gerechtsdeurwaardersopleiding. In het afgelopen derde jaar had de opleiding tien stagiairs. Dat lijkt nog niet storm te lopen.

Rutten: “We hebben op zich genoeg interesse, maar ons dringende verzoek – vroeger een plicht – om tijdens de studie te werken op een deurwaarderskantoor, houdt sommigen tegen. Een opleiding als hbo Rechten bijvoorbeeld, zou je zo kunnen starten. Bij de gerechtsdeurwaardersopleiding lichten we eerst een en ander nader toe. We vragen hen dan bijvoorbeeld hoe ze naar hun toekomst kijken en hoe ze hun praktijkervaring gaan opdoen.

Daarnaast zien we gelukkig best wat aanwas van studenten die al in een andere functie bij een gerechtsdeurwaarderskantoor werken – bijvoorbeeld als incassomedewerker – maar besloten hebben om als onderdeel van hun carrièrepad de opleiding te volgen. Dan is het wel van belang dat de werkgever je hier ook de ruimte voor geeft. Het meest ideaal is om naast de opleiding 24 uur per week te werken.

Van Huet: “Als ik jullie zo hoor, is er een sterk en positief verhaal te vertellen over de opleiding en het gerechtsdeurwaardersvak, maar wordt het nog niet echt verteld. Ik denk dat de van huis uit wat gesloten gerechtsdeurwaardersbranche zich inmiddels wel wat meer mag openstellen.”

Rutten: “Ik denk dat het begint bij de vraag: wat maakt jouw werk leuk en waar ben je trots op?”

Van Huet: “Dat denk ik ook. Om die reden zijn we deze zomervakantie op ons kantoor een experiment gestart. VWO-scholieren en studenten van 17 tot 20 jaar hebben we de mogelijkheden gegeven om bij ons in een vakantieteam te werken. Ze mochten proeven aan juridisch administratief werk en konden ervaren hoe het is om in een gerechtsdeurwaarderskantoor te werken.

We hebben een aantal collega’s vrijgemaakt om de scholieren en studenten te begeleiden. Het was mooi om te zien dat zij veel vragen kregen over de manier waarop zij hun werk doen. Dat daagt ook onze medewerkers weer uit.

De scholieren en studenten gaven achteraf aan dat ze door hun ervaring een heel ander beeld bij het werk van een gerechtsdeurwaarderskantoor hebben gekregen en dat ze het werk interessant hebben gevonden. Dat is precies wat we wilden bereiken. En dat werkt verder door, want ze vertellen dat ook thuis weer. Wat mij betreft zouden ook andere kantoren dit initiatief kunnen oppakken.”

Rutten: “Dat is een mooi initiatief en zo zijn er ongetwijfeld meer te bedenken. Ik vind ook dat het gerechtsdeurwaardersambt en de opleiding zichtbaarder mogen worden. Ik hoop dat we daarmee meer studenten kunnen aantrekken, maar ook het aantal werkervaringsplekken in de gerechtsdeurwaarderspraktijk kunnen uitbreiden.”

Van Huet: “Laat dit gesprek dan een start zijn om met de opleiding, de kantoren en de KBvG op te trekken om het gerechtsdeurwaardersvak meer op de kaart te zetten.

 

Delen:

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders is een publiekrechtelijke beroepsorganisatie (pbo) met een verordenende bevoegdheid krachtens de Grondwet. Alle in Nederland gevestigde gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders en…

Meer berichten van partner

Scroll naar boven