In ‘Kwaliteit van de rechtspraak: Een kijk over de grenzen’ vergelijken de onderzoekers Frank van Tulder, Kim Strijbos en Sarah Koolen, werkzaam bij de Raad voor de rechtspraak, verschillende onderdelen van de Nederlandse rechtspraak met die in andere landen. Ze doen dit aan de hand van een aantal internationale onderzoeken.
Een van de hekkensluiters
Op het gebied van digitale mogelijkheden om een zaak aan te brengen en de voortgang ervan te volgen, is Nederland een van de hekkensluiters van West- en Midden-Europa. Nederland scoort wel goed op het gebied van het verschaffen van online informatie aan het publiek, en gemiddeld op het online publiceren van uitspraken.
Doorlooptijden
De doorlooptijden van kleinere zaken in Nederland zijn relatief kort in vergelijking met andere landen, maar in grotere zaken juist relatief lang. Bij grotere zaken vindt ook vaker een relatief tijdrovende behandeling in hoger beroep plaats. Voor bedrijven zijn, anders dan voor individuele personen, de kosten van procederen relatief hoog vergeleken met andere West- en Midden-Europese landen.
Onafhankelijkheid
De Nederlandse rechter is – in vergelijking met die in andere landen – in grote mate onafhankelijk. Dat vinden zowel bevolking, bedrijven, juridische experts en advocaten als rechters zelf. In Scandinavië het Verenigd Koninkrijk en Ierland is de onafhankelijkheid van de rechter nog wel wat sterker. Op het gebied van onpartijdigheid en discriminatie is het beeld hetzelfde.
Effectiviteit
De Nederlandse rechter oefent volgens het onderzoek in vergelijking met andere landen een relatief effectieve controle op de overheid uit. Nederland kent bovendien een effectieve tenuitvoerlegging van civielrechtelijke vonnissen. De beoordeling van de effectiviteit van het strafrechtelijk systeem valt minder goed uit. Ook hier scoren Scandinavische landen het beste; op mondiaal niveau geldt dat voor Singapore.
Voor bedrijven die de nakoming van contractuele verplichtingen wil afdwingen is het Nederlandse rechtssysteem niet erg effectief. Dat komt door onder meer de gebrekkige digitalisering van de behandeling van zaken, in combinatie met lange doorlooptijden en tamelijk hoge kosten. De omgang met faillissementen is beter: in West- en Midden-Europa zijn er slechts vier landen die het beter doen. Wat betreft de mate waarin schuldeisers worden gecompenseerd, scoort Nederland als een-na-beste.