De RSJ geeft het ongevraagde advies omdat het constateert dat de randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om te kunnen voldoen aan de grondslagen onder internationale kinderrechten in ons land niet op orde zijn. Dit ondanks dat er de afgelopen jaren diverse malen adviezen over het naleven van die grondslagen zijn uitgebracht, en er ook initiatieven zijn geweest om ze te bevorderen. Dit leidt ertoe dat juridische procedures in Nederland nog onvoldoende kindvriendelijk zijn, en daarmee worden de rechten van kinderen, zoals onder meer beschreven in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), geschonden, oordeelt de RSJ.
Regie
Om juridische procedures kindvriendelijker te kunnen maken, moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan, zo wordt in het advies uitgelegd. Die hebben onder meer betrekking op de aanwezigheid van voldoende kennis en vaardigheden in de keten, maar ook met de beschikbaarheid van voldoende tijd.
Uitgangspunt is onder meer dat kinderen die betrokken raken bij juridische procedures altijd op een voor hen begrijpelijke manier worden geïnformeerd over wat er gebeurt. Zij moeten bovendien toegang hebben tot steunfiguren: een recht waarop zij momenteel, zo constateert de RSJ, door rechtbanken niet worden gewezen. En als zij worden gehoord, moet dat in een omgeving gebeuren die past bij hun leeftijd en behoeften.
Aan een groot deel van dat soort randvoorwaarden schort het in de praktijk echter nog te vaak, constateert de RSJ. “Omdat dit (nog) niet altijd zo is, is het volgens de RSJ van groot belang dat de Rijksoverheid spoedig de regie neemt in het op orde brengen van deze randvoorwaarden. Daarnaast vindt de RSJ dat de Rijksoverheid actief moet inzetten op een uniformere werkwijze als het gaat om de invulling van de grondslagen in de praktijk.”
Meewegen
In het advies schenkt de RSJ ook aandacht aan het meewegen van de mening van een betrokken kind in beslissingen die genomen worden in een procedure. Na de besluitvorming moet begrijpelijk en helder aan een kind worden verteld wat er met zijn of haar mening is gedaan. “Het horen van kinderen is dan geen doel op zich, maar een middel waarmee de rechten van het kind gerespecteerd worden. Het schept erkenning van het gegeven dat een kind als menselijk wezen het recht heeft om over zijn ervaringen te vertellen en om gehoord te worden.”
De RSJ roept de overheid voorts op om, wanneer het aan de slag gaat met uniformere werkwijzen om kinderrechten beter te waarborgen, bij de uitwerking daarvan ook kinderen te betrekken.
