Met de benoeming van Marc de Werd tot hoogleraar Rechtspleging aan de Universiteit van Amsterdam is het aantal vergelijkbare leerstoelen in Nederland opgelopen tot negen. Er is steeds meer aandacht voor de academische aspecten van rechtspleging en rechtspraak.
De Werd (1962) was al hoogleraar Europese rechtspleging aan de universiteit van Maastricht. Dit combineert hij met de functie van senior raadsheer in de Centrale Raad van Beroep. In Amsterdam zal hij zich gaan richten op de rol van de rechtspraak in het licht van rechtsstatelijke en beroepsethische principes.
De Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA kent nu vier leerstoelen die zijn gericht op de togaberoepen: de leerstoel Advocatuur (Diana de Wolff), Openbaar Ministerie (Miranda de Meijer), Sociale Rechtshulp (Mies Westerveld) en de leerstoel Rechtspleging die De Werd zal bekleden. De leerstoelen zijn gericht op de juridische beroepspraktijk in het onderwijs en onderzoek.
De leerstoel van De Werd is niet uniek in Nederland. Zelfs aan de Universiteit van Amsterdam zijn er al twee: Eddy Bauw en Jonathan Soeharno. In Nijmegen is Leny de Groot-van Leeuwen hoogleraar rechtspleging, en Hans den Tonkelaar is daar bijzonder hoogleraar rechtspraak. Verder is Philip Langbroek hoogleraar rechtspleging en rechterlijke organisatie in Utrecht en is Margreet Ahsmann bijzonder hoogleraar rechtspleging in Leiden. In Tilburg werd onlangs de leerstoel Data science in de rechtspraak ingericht, die wordt bezet door Floris Bex.
