Een eigen begroting voor de rechtspraak, die het SP-Kamerlid Michiel van Nispen graag ziet ingevoerd, wordt bij andere fracties kritisch ontvangen. Dat blijkt uit de schriftelijke vragen die partijen hebben ingeleverd bij Van Nispens initiatiefwetsvoorstel.
Als het aan Van Nispen ligt worden de Comptabiliteitswet en de Wet op de rechterlijke organisatie zo gewijzigd dat de rechtspraak een eigen begroting krijgt. Nu nog valt de rechtspraak onder de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Met een eigen begroting is de onafhankelijk van de rechtspraak beter gewaarborgd, zo is zijn gedachte.
Wel blijft de minister van V&J in Van Nispens voorstel eindverantwoordelijk voor de begroting van rechtspraak. Daarom stelt de Raad van State in zijn advies al dat het voorstel niet meer dan een ‘symbolische betekenis’ heeft en niet ‘in betekenisvolle mate’ bijdraagt aan het doel dat Van Nispen nastreeft.
De Kamerfracties volgen die kritische noot, zo blijkt uit een rondgang van SC. Zo twijfelt het CDA eraan of het voorstel de onafhankelijke positie van de rechtspraak ‘in de praktijk’ zal versterken. De VVD heeft ‘vraagtekens bij nut en noodzaak van het voorstel’. D66 daarentegen vindt het ‘terecht’ dat Van Nispen de begrotingskwestie aankaart.
Het nu demissionaire kabinet is overigens tegen het initiatiefwetsvoorstel, maar vindt de Raad voor de rechtspraak tegenover zich: die kan zich weer ‘verenigen’ met het wetsvoorstel. “Een aparte, niet-departementale begroting past naar de mening van de raad beter bij de positie die de rechtspraak heeft als onafhankelijke staatsmacht in onze trias politica.’ De huidige begrotingsconstructie werd door voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de rechtspraak eerder een ‘weeffout’ genoemd.
