Op 25 mei 2018 werd de AVG in leven geroepen. Sindsdien hebben we een wet die zegt dat jouw gegevens van jou zijn, dat organisaties daar netjes mee moeten omgaan, en dat je rechten hebt. Eén van die rechten staat in artikel 82 AVG: het recht op schadevergoeding wanneer je immateriële schade lijdt door een inbreuk op die AVG.
Klinkt nogal rechttoe-rechtaan: er gaat iets mis, jij loopt schade op, jij krijgt compensatie. Een soort morele logica waar niemand tegen is.
Vervolgens maakte het Hof in 2023 met het Österreichische Post-arrest één ding heel duidelijk: een AVG-inbreuk alleen is niet genoeg. Voor schadevergoeding heb je drie ingrediënten nodig: een inbreuk, schade, en een oorzakelijk verband tussen die twee. Geen schade, geen compensatie. Dat is helder en eerlijk gezegd ook niet onredelijk.
Daar bleef het alleen niet bij. De Oostenrijkse rechter had nog gevraagd of immateriële schade eerst een bepaalde ernst moet hebben. Het Hof zei daarop resoluut: nee. Geen ernstdrempel. Dat zou maar leiden tot verschillen tussen lidstaten, en daar zijn we in de EU allergisch voor.
En toch laat het Hof tegelijk iets opvallends liggen. Het zegt niet wat die immateriële schade dan wél is. Er moet sprake zijn van negatieve gevolgen, maar welke gevolgen precies als schade tellen, blijft onuitgesproken. Dat mag iedere nationale rechter zelf beoordelen, met de instructie om “effectief en gelijkwaardig” te blijven. Succes, joejoe.
Het resultaat is een recht dat formeel geen drempel kent, maar wel uitleg vraagt. Je hoeft niet te bewijzen dat de inbreuk ernstig was, maar wel dat jij er daadwerkelijk door bent geraakt. Hoe zwaar dat moet zijn? Dat hangt ervan af waar je procedeert.
Artikel 82 belooft dus compensatie zonder ernstdrempel, maar levert een schadebegrip zonder handleiding. Harmonisatie in theorie, interpretatie in de praktijk. En daar zit nou weer de spanning die dit artikel zo interessant en onhandig maakt.
Als jij dit leest, heb ik inmiddels mijn mondelinge verdediging over deze mini-scriptie gehad. Met een beetje geluk dacht mijn docent: “ja, dit is inderdaad relevant”. En met iets minder geluk zei hij: “Maar wat is je toetsingskader?” Hoe dan ook, ik ben vooral benieuwd wat jij ervan vindt. Of jij diezelfde aarzeling voelt tussen de bedoeling van artikel 82 en de realiteit waarin schade toch eerst overtuigend moet worden uitgelegd.
Laat je het me weten?
PS: als je op deze blog klikte hopend voor een goed recept, hier toch een kleine tip van Flip: als je aardappelen kookt in bouillon water, worden ze echt beter. Geen juridische grondslag voor nodig.
