De Hoge Raad, zegt Dineke de Groot, vindt het belangrijk dat uitspraken van overheidsrechters in open access raadpleegbaar, vindbaar, begrijpelijk en doorzoekbaar zijn. Vanaf het jaar 2000 is dat voor een groot deel al het geval. Vrijwel alle arresten worden sinds dat jaar op rechtspraak.nl gepubliceerd. “Op enig moment vroegen we ons af hoe het met het verleden zit,” verklaart De Groot. Ze verwijst naar de website Staten-Generaal Digitaal waarop Kamerstukken online zichtbaar zijn gemaakt. “Zouden we ook zoiets kunnen doen voor de periode vanaf 2000 teruggerekend naar 1838?, was onze vraag.”
Dan heb je het over duizenden arresten (niemand weet hoeveel precies) en die moeten allemaal handmatig geanonimiseerd worden. En vaak ook ingetikt, omdat de oude arresten handgeschreven zijn. “De Hoge Raad heeft daarvoor niet zomaar de middelen, maar we vinden het wel belangrijk. Daarom hebben we mensen intern en extern gevraagd van welke arresten ze denken dat die vaak geraadpleegd zullen worden. Daarvoor heeft een openbare oproep gestaan op de website. We zijn begonnen met de categorie Quint/Te Poel, Lindenbaum/Cohen en noem ze maar op. We hebben ze mijlpaalarresten genoemd, omdat ze een mijlpaal in de rechtsontwikkeling en rechtsvorming markeren. Op een gegeven moment kregen we zoveel reacties dat we per rechtsgebied een serie oude arresten tegelijk konden publiceren.”
Als de Hoge Raad in een nieuw arrest verwijst naar een oud arrest, komt dat oude arrest op dezelfde datum ook online. Waar dit project eindigt kan De Groot niet zeggen. “We willen vanaf 1838 alles op rechtspraak.nl zetten. Misschien kan dat als anonimiseren niet meer handmatig hoeft.”
Top 5

De redactie van Mr. vroeg aan Dineke de Groot naar haar eigen vijf favoriete arresten. “Maar in plaats van mijn persoonlijke top 5 vind ik het leuker om te weten wat er gebeurt met die arresten. Daarom heb ik onze applicatiebeheerder gevraagd een zoekslag te doen naar de meest geraadpleegde arresten in de periode van 1 september 2022 tot en met 1 september 2023.” Ze tekent daarbij aan dat er geen IP-adressen zijn gecontroleerd: als iemand een arrest honderd keer heeft aangeklikt, telt dat dus honderd keer.
Dit leverde de volgende ranglijst op. 1. Haviltex (uitleg van overeenkomsten), 2. Kelderluik (onrechtmatige daad), 3. Groen/Schoevers (aan welke eisen moet een arbeidsovereenkomst voldoen?), 4. Quint/Te Poel (ongerechtvaardigde verrijking) en 5. Harmonisatie (toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet).
Wat opvalt is dat het allemaal arresten van de civiele kamer zijn. “Ik wil voorzichtig zijn met verklaringen,” zegt De Groot. “Maar ik weet dat ongeveer zeven van de tien rechtszaken in Nederland civiele zaken zijn. Op de lijst van meest geraadpleegde arresten staat op de negende plaats de eerste strafzaak.” Dat Groen/Schoevers zo hoog staat, kan wellicht worden verklaard doordat er in dezelfde periode een arrest is gewezen dat naar Groen/Schoevers verwees. De hoge notering van Quint/Te Poel komt mogelijk doordat een advocaat-generaal het arrest recent heeft genoemd in een conclusie.
Lindenbaum/Cohen
Een eerdere zoekslag, over de periode 1 januari 2022 tot 1 december 2022 leverde overigens een heel andere top 5 op. Daar stond Lindenbaum/Cohen (onrechtmatige daad) op 1, gevolgd door Aletta Jacobs (kiesrecht voor ongehuwde vrouwen), Kelderluik, Harmonisatie en Smeerkuilen (belastingrecht). Hier vier civiele arresten en een fiscaal arrest. Opmerkelijk is de hoge score van Aletta Jacobs. “Ik heb dat arrest opgediept en gebruikt in een toespraak,” verklaart De Groot. “Iemand anders heeft het arrest voorgedragen voor publicatie in ons project. Ik vond het mooi om het terug te zien bij de meest geraadpleegd mijlpaalarresten.”
Een strenge selectie van de arresten is er niet. De Groot: “Als iemand vindt dat een arrest interessant is voor het mijlpalenproject, dan wordt het online gezet. We zijn nu eenmaal bezig met de publicatie van zoveel mogelijk arresten vanaf 1838. Trouwens, de mensen die dat project uitvoeren hebben inmiddels een goede neus ontwikkeld voor welke arresten nog in de belangstelling staan. Ze pakken het zelf soms op.”
Het duizendste mijlpaalarrest van de Hoge Raad, over het Traktaat van Aken, is niet zo bekend, maar volgens De Groot wel een juweeltje van rechtsvorming en rechtsontwikkeling op het gebied van verticale werking van internationale verdragen. “Ik kwam het bij de voorbereiding van een toespraak tegen in het handboek Constitutioneel Recht van Kortmann,” vertelt De Groot.
Een zak rogge
De feiten zijn, net als bij veel arresten, tamelijk prozaïsch. Een Limburgse boer heeft na een grenscorrectie, gebaseerd op een traktaat uit 1816, een stuk land dat in Duitsland en Nederland ligt. Deze grenscorrectie was afgesproken tussen Pruisen en Oostenrijk, en de Nederlandse koning heeft dat voor Nederland geaccepteerd in 1816.
De boer liep in 1918 met een zak van 47,5 kilo rogge over zijn land en passeerde daarmee de grens. Hij gaf de zak rogge aan bij de douane. Hij werd bekeurd voor twee zaken: ten eerste het vervoeren van goederen naar het buitenland zonder geldige documenten voor in- of uitvoer en zonder binnenlands paspoort. En ten tweede voor het aangeven van levensmiddelen bij de Ontvanger, terwijl een wet uit 1914 de uitvoer van levensmiddelen tijdens de Eerste Wereldoorlog verbood.
De grensverandering was tot stand gekomen in het Traktaat van Aken (1816), dat onderdeel uitmaakte van een serie verdragen en traktaten, waarvan de bekendste het Verdrag van Wenen is. Voor Nederland was de koning toegetreden. Het verdrag bepaalde onder meer dat de grondeigenaren wier land werd doorsneden door nieuwe grenzen geen hinder mochten ondervinden van de grenswijziging. Levende have en goederen mochten zonder documenten en heffingen heen en weer vervoerd worden.
De boer vocht de bekeuringen aan en voerde aan dat hij op grond van het Traktaat van Aken helemaal geen documenten nodig had voor het uitvoeren van goederen van zijn land en dat zijn rogge niet onder het wettelijke uitvoerverbod viel.
Boete van vijf gulden
De rechtbank ging met de boer mee en sprak hem vrij. Het gerechtshof veroordeelde hem tot een boete van vijf gulden en verbeurdverklaring van de rogge, omdat eigenaren op basis van het traktaat niet onbelemmerd goederen mochten uitvoeren en het de vraag was of het traktaat nog geldig was nu er een wet met een uitvoerverbod was ingevoerd na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tegen die veroordeling stelde de boer beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.
De boer beriep zich in cassatie op het Traktaat van Aken en voerde aan dat de Nederlandse wetten die na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren ingevoerd, verkeerd werden toegepast.
De Hoge Raad stelde vast dat het Traktaat van Aken zo moest worden uitgelegd dat alle nadelen van de grenswijziging voor degenen wier land in twee staten kwam te liggen moesten worden weggenomen. De wet over het uitvoerverbod uit 1914 bevatte geen bepalingen die dit recht van de grondeigenaar beperkten en er was geen aanleiding om te denken dat de wetgever van 1914 eigenmachtig had willen afwijken van een verdrag met een vreemde mogendheid.
De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van het hof. Met deze baanbrekende uitspraak in 1919 (in hetzelfde jaar als Lindenbaum/Cohen) werd duidelijk dat verdragen boven nationale wetgeving gaan en dat internationale verdragen rechtstreeks doorwerken in de Nederlandse rechtsorde.
Verticale werking
“Die verticale werking voor de landeigenaar vond ik revolutionair toen ik het arrest las,” legt De Groot uit. “Dus dat een particulier zich tegenover de staat kan beroepen op een rechtsregel in een internationaal verdrag tussen staten. Dit arrest maakt duidelijk dat het internationale recht doorwerkt in het Nederlands recht en is daarom van zaaksoverstijgende betekenis. Veel mensen denken dat we die verticale werking pas hebben sinds in 1953 de huidige artikelen 93 en 94 zijn opgenomen in Grondwet. Maar die Grondwetswijziging bracht onder meer een codificatie van dit arrest.”
Ze vervolgt: “Er is nu discussie in Nederland over de betekenis van artikel 120 Grondwet voor de werking van fundamentele rechten in het Nederlandse recht. We moeten daarbij niet alleen kijken naar de actualiteit van nu maar ook rekening houden met het ongeschreven staatsrecht zoals zich dat in het verleden heeft gevormd. Dat vind ik een prachtige manier van rechtsvorming.”
Dineke de Groot zou graag willen weten of de raadsheren toentertijd hebben beseft hoe betekenisvol hun arrest was, maar vermoedt dat ze gewoon de zaak hebben beslist op basis van het recht. “De raadsheren hebben in het arrest gewoon de bepalingen van het verdrag en de wet uitgelegd tegen de achtergrond van de vaststaande feiten,” verklaart De Groot. “Het is een heel normale manier van rechtspraak bedrijven, en het is heel rechttoe rechtaan opgeschreven. Dit laat zien dat het niet zozeer de Hoge Raad is die zaaksoverstijgende betekenis geeft aan een arrest, maar dat die betekenis mede ontstaat als de rechtspraktijk en de wetenschap ermee verder gaan.”
De Groot besluit: “Juist de publicatie van oude arresten kan behulpzaam zijn om voort te borduren op wat al is uitgedacht. En zoals ik zei, dat kan goed een behulpzame rol spelen in de huidige discussie over artikel 120 van de Grondwet.”
Klik hier voor het nieuwsbericht van de Hoge Raad over het duizendste arrest.