Een ontslag op staande voet is een van de zwaarste maatregelen die een werkgever kan nemen. Voor een rechtsgeldig ontslag moeten drie voorwaarden zijn vervuld: er moet sprake zijn van een dringende reden, het ontslag moet onverwijld worden gegeven én de dringende reden moet onverwijld aan de werknemer worden medegedeeld. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren. Het gaat er daarbij om dat het voor de werknemer onmiddellijk duidelijk moet zijn welke eigenschappen of gedragingen voor de werkgever aanleiding zijn geweest voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Op de werkgever rust de stelplicht en de bewijslast dat er een dringende reden is. Wordt aan een van voornoemde eisen niet voldaan, dan is het ontslag niet rechtsgeldig en kan de werknemer doorgaans aanspraak maken op een billijke vergoeding (of verzoeken om herstel van het dienstverband). Uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2025:12337) blijkt echter dat dit niet altijd het geval is.
De werknemer in deze zaak was sinds 2022 werkzaam bij een crematorium. Op 16 april 2025 liep een woordenwisseling met zijn leidinggevende volledig uit de hand, waarbij de werknemer zijn werkgever met de dood bedreigde door te zeggen: “ik schiet je dood”, “ik sla je op je bek” en “ik kan niet wachten tot je weg bent”. Pas op 6 mei 2025 – bijna drie weken later – besloot de werkgever hem op staande voet te ontslaan. Volgens de werkgever vormde het dreigende gedrag van de werknemer een dringende reden. De werknemer was het hier niet mee eens en stapte naar de kantonrechter voor onder meer een billijke vergoeding van 70.000 euro.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven, omdat de werkgever na het incident maar liefst drie weken had gewacht voordat hij de werknemer ontsloeg. Toch kreeg de werknemer geen billijke vergoeding. De rechter vond dat de werknemer zich dusdanig ernstig had misdragen dat toekenning van een vergoeding niet redelijk was. De door de werknemer geuite bedreigingen hadden alle grenzen overschreden. Hoewel de werkgever formeel een fout had gemaakt door te laat te handelen, woog het gedrag van de werknemer zwaarder. De werknemer kreeg daarom alleen een vergoeding mee wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Deze uitspraak laat zien dat een ongeldig ontslag op staande voet niet automatisch leidt tot een billijke vergoeding. Bij ernstig wangedrag van de werknemer kan de rechter besluiten dat deze vergoeding geheel of gedeeltelijk achterwege blijft.
