Sinds enkele jaren maakt BTI Consulting Group een overzicht van advocatenkantoren die door anderen, veelal bedrijfsjuristen, als ‘gevreesd’ worden gezien. Dat zijn kantoren, aldus BTI, die zó handelen dat de tegenpartij snel hun strategie aanpast – omdat ze anders toch verliezen – of dat de tegenpartij het bijltje erbij neergooit – want vechten tegen een gevreesd kantoor is zinloos.
De meeste gevreesde advocatenkantoren doen dingen die de tegenpartij juist niet verwacht. Anticiperen op wat zij zouden doen is er niet meer bij. De gevreesde kantoren gooien vanaf het begin een batterij krachtige advocaten in de strijd, waarmee ze willen aangeven: we zijn er klaar voor en we lusten je rauw. Dat kost wat voor hun cliënten, maar onder de streep levert het juist meer op. Voor hun cliënten gaan deze alfa-advocaten écht door het vuur – in daden, niet alleen in woorden. Dat vindt tenminste BTI Consulting Group.
Jones Day
Het enige kantoor met een vestiging in Nederland dat op de lijst staat is Jones Day. Heette dit kantoor in 2018, samen met vier andere, nog een ‘awesome opponents’ – nét niet de topstatus van ‘gevreesd’, in 2020 is Jones Day opnieuw een ‘fearsome’ kantoor (in 2016 en 2013 waren ze het ook al). Oppassen dus voor de acht jongens en drie meisjes – die er overigens helemaal niet gevaarlijk uitzien – aan het Amsterdamse Concertgebouwplein, waar het kantoor is gevestigd. Andere kantoren met een filiaal in Nederland zijn ook wel eens fearsome geweest (Dentons, Hogan Lovells) maar doen in de 2020-poll niet meer mee.
Ego’s
Niet iedereen is ingelaten met de kwalificatie van ‘gevreesd kantoor’. Columnist en jurist Joe Patrice zou liever zien dat er een lijstje komt met kantoren die vooral gerespecteerd zijn door bedrijfsjuristen. Hij vindt gevreesde advocaten maar nerds en lui met te grote ego’s.
