Op sommige zaken kun je als advocaat alleen maar jaloers zijn. Neem nou de zaak van "la poupée vaudou" van president Sarkozy. Er wordt een poppetje van president Sarkozy op de markt gebracht, in een doosje met 12 naalden en een handleidinkje hoe je daarmee de duivel uit de president kunt drijven. Le président is furieux en spant een procedure aan: hij eist dat het poppetje onmiddellijk van de markt wordt gehaald omdat het zijn waardigheid aantast.
In eerste aanleg verliest Sarkozy; in tweede instantie wint hij. Maar is dat wel een overwinning?
De cour d’appel van Parijs overwoog op 28 november 2008 "que l’incitation du lecteur à piquer la poupée jointe à l’ouvrage avec les aiguilles fournies, action que sous-tend l’idée d’un mal physique serait-il symbolique, constitue une atteinte à la dignité de la personne de M. Sarkozy". En om die reden ‘veroordeelt’ het hof de fabrikant van het poppetje om op het doosje en in alle aanbiedingen te vermelden dat het steken van naalden in het poppetje een aantasting is van de waardigheid van de Sarkozy. Want het poppetje van de markt halen dat gaat het hof te ver: dat zou toch maar "onevenredig en inadequaat" zijn.
Het moge duidelijk zijn dat deze maatregel van het hof zeer adequaat was om de verkoop van het poppetje nog weer een slinger te geven.
De rechters in eerste aanleg hadden overwogen dat het poppetje zich binnen de grenzen bevond van de vrijheid van meningsuiting "et du droit à l’humour". Het is jammer dat de appelrechter deze overweging niet heeft overgenomen. Het recht op humor lijkt mij een alleszins belangrijk rechtsgoed. Er zijn weinig zaken die de mens zo kunnen helpen in zijn worsteling met zijn condition humaine als de lach. Misschien zou het iets zijn voor een 15e Protocol bij het EVRM.
Van (inmiddels voormalig) oppositieleidster Ségolène Royal was overigens een zelfde voodoopoppetje op de markt gebracht, maar die deed niet mee aan de procedure. Zij zag er misschien de humor niet van in.
Interessant is ook altijd weer de reactie van de advocaten in dit soort zaken. Maître Thierry Herzog, de raadsman van de president, verklaarde dat hij "tout à fait satisfait" is. Tja, op sommige zaken kun je als advocaat alleen maar jaloers zijn.
De hamvraag blijft ten slotte: wie had nu eigenlijk de meeste humor, de rechtbank, het hof of de advocaat van de president? Omdat ik toch vermoed dat ijdelheid de grotere drijfveer van de reactie van de advocaat is geweest, geef ik mijn stem aan de cour d’appel.
Dr. mr. C.B. Schutte is advocaat bij Schutte Heide-Jørgensen advocaten te Amsterdam.