Mr. van de week is Maartje Govaert. Govaert is advocaat en partner bij de Amsterdamse vestiging van advocatenkantoor Norton Rose Fulbright. Zij is gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Op 31 mei is Govaert hoofdpersoon in het programma Bonte Vrouwen op NPO 2, een programma dat topvrouwen volgt en hen vraagt hoe zij die top hebben weten te bereiken.
Hoe vond u het om ineens onderwerp van een televisieuitzending te zijn?
Toen ik werd gevraagd om als rolmodel in het programma Bonte Vrouwen op te treden heb ik in eerste, tweede en derde instantie geweigerd. Ik zie mezelf niet als rolmodel. Ik ben bijzonder blij met mijn leven, maar zou niet per se iemand aanraden zijn of haar leven zo in te richten. Er zit ook niet een weldoordachte strategie achter, die voor anderen als voorbeeld kan dienen. Uiteindelijk ben ik toch overstag gegaan, omdat ik het belangrijk vind dat de top diverser wordt. Daarmee bedoel ik overigens niet alleen vrouwen. Ik hoop dat dit programma daaraan bijdraagt.
Partner bij een internationaal advocatenkantoor en ook nog moeder van vier jonge kinderen. Hoe doet u dat?
Allereerst doe ik dat natuurlijk niet alleen. Zowel thuis als op het werk heb ik het geluk omringd te zijn door een superteam. Daarnaast heb je veel energie nodig, moet je meerdere ballen tegelijk in de lucht kunnen houden, moet je keuzes maken, heel flexibel zijn en vooral veel gevoel voor humor hebben.
U bent een van die vrouwen die door het glazen plafond heen heeft weten te breken. Is dat glazen plafond er wel echt?
Bij Norton Rose Fulbright is er geen glazen plafond, maar dat is er binnen andere organisaties wel degelijk. Ik vind het alleen te makkelijk en onvolledig om het glazen plafond als enige reden aan te wijzen waarom er te weinig vrouwen aan de top zijn. Er zijn daar heel veel andere redenen voor. Eén daarvan is de Nederlandse parttime-cultuur die ertoe leidt dat vaak vrouwen in het gezin zich geroepen voelen om na het krijgen van een kind minder te gaan werken. Overigens vind ik dat met iets minder werken ook nog steeds de top behaald moet kunnen worden. Als het echter heel veel minder wordt, is dat in de praktijk lastig. Dat geldt overigens net zo goed voor mannen. Ervaring leert alleen dat het meer vrouwen zijn die parttime gaan werken dan mannen. Daarnaast denk ik ook dat mannen gerichter met hun carrière bezig zijn en vrouwen minder makkelijk een ambitieuze positie binnen een bedrijf voor zichzelf opeisen. Daar waar de gemiddelde man meer nadenkt over zijn marktwaarde, zal een vrouw eerder denken dat zij door hard te werken en haar best te doen zal opvallen en gevraagd wordt voor een mooie functie. Dit is natuurlijk heel generalistisch want er zijn echt wel vrouwen die hun ambitie durven uit te spreken en recht op hun doel afgaan en andersom mannen die daar juist moeite mee hebben. Toch zie ik het om mij heen, ook nog binnen nieuwe generaties. Vrouwen kunnen daarin iets van mannen leren.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Teveel om uit te kiezen. Bij veel zaken denk ik ‘dit is zo’n pareltje, dat komt maar zelden voor’, maar vervolgens komt kort erna weer zo’n zaak binnen waarin je tot het uiterste wordt uitgedaagd. Gelukkig maar, ik zou niet graag mijn juridische hoogtepunt nu al gehad willen hebben.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Tijdens het hardlopen kom ik tot de beste gedachten en oplossingen. Juridisch maar ook strategisch heb ik veel geleerd van een aantal partners van De Brauw, waar ik mijn juridische carrière ben begonnen. Voor de opbouw van mijn eigen arbeidsrechtpraktijk bij Norton Rose Fulbright heb ik daar enorm veel aan gehad. Het sparren met bevriende concullega ’s vind ik ook zeer waardevol en plezierig bovendien.
Welk boek las u het laatst?
Ik lees diverse boeken tegelijkertijd, afhankelijk van het publiek of de stemming waarin ik ben. Een van de boeken heet “Hoe tem ik een draak?”. De andere gaat over Klokkenluiderswetgeving in de UK en US.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Niemand, ik zou er zelf ook niet willen zitten.
