Mr. van de week is Stef-Jan Willard (coördinerend vice-president van de rechtbank ’s-Hertogenbosch). Willard is onlangs benoemd tot bestuursvoorzitter Juridische Hogeschool Avans-Fontys.
Moet de bestuursvoorzitter per se een rechter zijn?
Nee, het gaat primair om bestuur, niet om rechtspraak. Wel is het een goede zaak dat de bestuursvoorzitter het werkveld kent waar de HBO-juristen werkzaam zijn. Bekendheid met de organisaties van rechtspraak, openbaar ministerie, politie, advocatuur, notariaat, gemeenten, deurwaarders etc. is van belang.
Heeft u zelf ervaringen met HBO-juristen?
Ja. In de rechtspraak hebben wij een aantal jaren geleden besloten om onze toenmalige opleiding tot secretaris te beëindigen en medewerkers die voldoende kwaliteiten en ambitie hebben voor een positie in de juridische ondersteuning een opleiding HBO-recht te bieden. Uiteindelijk zullen m.i. de HBO-juristen de backbone van veel organisaties worden.
Wat is uw ambitie als bestuursvoorzitter?
In gesprek met een redacteur van Mr. denk je dan al snel aan een uitbreiding van de doelgroep van de “Mr. van de week”. Waarom niet ook gekeken naar de HBO-juristen?
Onze Hogeschool doet het prima. Bij de laatste accreditatie kreeg de Juridische Hogeschool een uitstekende beoordeling. Het gaat er dus om de kwaliteit te behouden en uit te bouwen. Wij willen aan de maatschappij juristen afleveren die beschikken over veel in de praktijk goed toepasbare kennis, maar die ook beschikken over een mindsetting die ervan getuigt dat op onze Hogeschool het vuur en de passie voor het recht zijn aangewakkerd.
Een uitdaging ligt op het gebied van de positionering van deze onderwijsvorm ten opzichte van de academische studie en van de positionering van de HBO-jurist in onze maatschappij.
Vergelijk de ontwikkeling in de gezondheidszorg. Een huisarts van twintig jaar terug was zeer breed bezig. Thans zijn er veel professionals, niet academisch maar door het HBO opgeleid, die delen van dat werk hebben overgenomen. Voor de juridische wereld zie ik een zelfde ontwikkeling.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Een mens is meer dan een jurist en heeft vele bronnen van inspiratie. Ik vind Paul Scholten nog steeds een eminent jurist. Als bestuurder heb ik de grote waarde van het eeuwenoude Benedictijns leiderschap leren kennen alsmede van het integraal management. Dat laatste zeker in de periode dat ik in Utrecht met toenmalig rechtbankpresident Harm Brouwer samenwerkte.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Dat zijn er meerdere. Mijn eerste zitting als rechter, een bijzondere ervaring dit werk te mogen doen. Natuurlijk mijn benoeming in 2002 tot coördinerend vice-president tevens bestuursvoorzitter/president van de rechtbank ’s Hertogenbosch. Maar hoogtepunten liggen ook in het dagelijks werk. Daarbij denk ik vooral aan de momenten dat je in een zaak waar sprake is van ernstig verstoorde menselijke verhoudingen, uiteindelijk een oplossing weet te bereiken.
Welk boek las u het laatst?
Vaak heb ik drie boeken “onder handen”: een roman, een historisch boek en één op het gebied van spiritualiteit. Ik las recent “De wandelaar” van Adriaan van Dis en Michael Burleigh’s “Earthly Powers”, over religie en politiek in Europa van de Franse revolutie tot de Eerste wereldoorlog. Op het gebied van spiritualiteit lees ik nu: “Merkstenen” het dagboek van de vroegere secretaris-generaal van de VN Dag Hammarskjöld.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met niemand. Ik heb überhaupt geen belangstelling voor een cel in de gevangenis. Wel in een andersoortige cel. Jaarlijks ga ik met een aantal collega’s naar de abdij van Vaals om daar het monnikenleven te delen. Dan verblijven wij ieder alleen op een kloostercel. Dat is een uitstekend klimaat voor meditatie en reflectie. Twee op een cel heeft daar echt geen toegevoegde waarde.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl
