De loonkloof-kwestie binnen de rechtspraak wordt verder aangepakt. Eerder al (sinds juli 2024) werden de salarissen van nieuwe officieren in opleiding (oio’s) en rechters in opleiding (rio’s) vastgesteld aan de hand van ongewogen (werk)ervaring – daarvóór gold nog het laatst verdiende loon buiten de rechtspraak, wat juist voor vrouwen nadelig was. Gemiddeld ging het om 3,5 procent salarisverschil in het voordeel van mannelijke medewerkers, met uitschieters tot wel duizend euro per maand. Inmiddels hebben vrouwen relatief gezien vaker en meer geprofiteerd van de nieuwe inschalingsregelingen.
Erkenning en compensatie
Daar komt nu weer een vervolg op. Op 25 september sprak de NVvR tijdens het Sectoroverleg Rechterlijk Macht (SORM) over de implementatie van het nieuwe inschalingsbeleid. Erkenning en compensatie van alle magistraten blijft een belangrijk speerpunt van de NVvR, ook voor de groep die vóór 1 juli 2023 in dienst trad. Zowel de Raad voor de rechtspraak als het Openbaar Ministerie bericht dat zij het Inschalingsakkoord van 18 juli 2024, de coulanceregeling en de afspraken uit het nieuwe Arbeidsvoorwaardenakkoord volledig hebben ingevoerd. Een van de aspecten daarvan is dat schaal 9a van 20 naar 8 treden is gegaan, waardoor nieuwe oio’s en rio’s sneller grotere stappen maken.
Gediscrimineerd
Uit de evaluatie van het inschalingsbeleid bleek dat zowel bij de zittende als de staande magistratuur de arbeidsvoorwaarden van met name vrouwen zijn verbeterd. Relatief gezien hebben meer vrouwen dan mannen geprofiteerd van de toepassing van het nieuwe beleid. Het gaat niet alleen om meer vrouwen, zij hebben ook in grotere mate geprofiteerd van het nieuwe beleid: ze kregen door de nieuwe regelingen vaker en meer loonsverhoging dan mannen. De NVvR ziet dit als een bevestiging van haar standpunt dat vrouwen in het verleden zijn gediscrimineerd en is blij dat dit nu (gedeeltelijk) is hersteld voor een deel van de achterban.
Klacht
Wat de NVvR betreft, is het inschalingsdossier hiermee niet afgesloten. Onrecht moet worden erkend én rechtgezet, stelt de NVvR. Erkenning van het onrecht is een verantwoordelijkheid van de werkorganisaties én van de minister van Rechtsbescherming. Naast erkenning dringt de NVvR opnieuw aan op een (compensatie)regeling voor magistraten die nog steeds niet of slechts ten dele onder een regeling vallen. De minister vindt echter dat er voor deze groep geen (generieke) regeling hoeft te worden getroffen. De minister put hoop uit een te verwachten oordeel van het College voor de Rechten van de Mens, bij wie Bureau Clara Wichmann en een aantal rechters een klacht over de ongelijke beloning tegen de Staat hebben ingediend.