Er is al jaren gedoe over de inschaling van rechters en officieren van justitie. Zij werden sinds 1994 bij hun indiensttreding ingeschaald naar aanleiding van hun laatstverdiende loon. Dat bleek in de praktijk te leiden tot discriminatie van vrouwen. Zij kregen gemiddeld een lagere inschaling dan mannelijke collega’s met vergelijkbare ervaring. Uit onderzoek bleek een beloningsverschil van gemiddeld 3,5 procent.
Werkervaring
Inmiddels is het oude systeem afgeschaft en wordt niet meer naar het laatstverdiende loon gekeken, maar naar werkervaring. De nieuwe methode wordt met terugwerkende kracht toegepast op alle rechters en officieren die na 1 juli 2023 met hun opleiding zijn begonnen.
‘Bijzonder verantwoordelijk’
Degenen die vóór die datum in dienst zijn getreden zijn daarmee dus niet geholpen. Omdat de NVvR destijds heeft ingestemd met inschaling op basis van het laatst verdiende loon voelt zij zich “bijzonder verantwoordelijk voor dit dossier”, aldus NVvR-voorzitter Marc Fierstra in een bericht op de site. “We hebben daarbij niet onderkend dat dit criterium discriminatoir zou kunnen uitpakken. Maar nu we het wél weten, moeten we dit ruiterlijk erkennen en ruimhartig compenseren.”
Financiële compensatie
Vandaar dat NVvR het onderwerp op de agenda heeft gezet voor gesprekken die met het ministerie worden gevoerd tijdens het Sector Overleg Rechterlijke Macht. De NVvR wil dat ook het ministerie uitdrukkelijk erkent dat het oude beleid discriminerend heeft uitgewerkt én dat degenen die voor 1 juli 2023 in dienst zijn getreden financieel worden gecompenseerd.
Tevens zegt de NVvR het nieuwe systeem kritisch te volgen en in de gaten te houden of dit beleid niet alsnog leidt tot verschillen die niet objectief kunnen worden gerechtvaardigd.
Klacht bij mensenrechtencollege
Overigens hebben Bureau Clara Wichmann en een aantal rechters een klacht over de ongelijke beloning tegen de Staat ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens. Wanneer het college uitspraak doet is nog niet bekend.
