Uit het dashboard, dat een overzicht biedt over 2021, blijkt niet alleen hoeveel de ministeries aan Pels Rijcken kwijt zijn, maar ook hoe deze omzet zich verhoudt tot de totale omzet van het kantoor.
76 procent overheid
46 procent van de omzet van het kantoor van de landsadvocaat was vorig jaar afkomstig van dienstverlening aan de ministeries. Het gaat om een bedrag van bijna 27,5 miljoen euro. Dertig procent kwam van andere overheidsinstellingen, zoals gemeenten, waterschappen, provincies en toezichthouders (bijna 17,8 miljoen euro). Private partijen (onder andere particulier ondernemingen, nutsbedrijven en zorg- en onderwijsorganisaties) waren goed voor 24 procent van de omzet, ruim 14,4 miljoen.
Grootste opdrachtgevers
De ministeries van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken waren de grootste opdrachtgevers van Pels Rijcken. Deze departementen betaalden in 2021 respectievelijk ruim 6,2 en 5,6 miljoen aan de landsadvocaat, exclusief btw en verschotten. Pels Rijcken werd het minst ingeschakeld door Algemene Zaken: dit ministerie was maar 68.000 euro kwijt aan juridische bijstand.
Nieuw contract
Pels Rijcken zal voortaan in ieder geval jaarlijks een dashboard publiceren, valt te lezen op de site van het kantoor. “Hiermee geven we meteen ook invulling aan artikel 8 uit de overeenkomst met de Staat, waarin het streven wordt benoemd om jaarlijks over de kosten per ministerie op onze website te rapporteren.” Dit voorjaar sloot de Staat een nieuw contract met de landsadvocaat.
Commissie-Silvis
De kosten en de positie van Pels Rijcken als landsadvocaat worden regelmatig aan de orde gesteld in de Tweede Kamer, zeker sinds de fraudezaak rond Frank Oranje aan het licht kwam. De voormalig notaris en bestuursvoorzitter verduisterde gedurende achttien jaar zo’n twaalf miljoen euro van cliënten. Een commissie onder voorzitterschap van Jos Silvis, oud-procureur-generaal bij de Hoge Raad, onderzoekt in opdracht van het kabinet de toekomst van en landsadvocaat en de vraag hoe de overheid haar juridische ondersteuning het best kan organiseren. De commissie komt op 1 december met haar bevindingen.
