Rechtersparlementen

Delen:

Camilo SchutteOver het algemeen denkt men bij het woord ‘parlement’ vandaag de dag aan een wetgevende volksvergadering. Parlementen worden gezien als de spil van het moderne volksbestuur: de parlementaire democratie.

Dat is niet altijd zo geweest. Tijdens het Ancien Régime waren de parlements in Frankrijk rechtsprekende instellingen. Zij waren bolwerken van aristocratisch conservatisme vooral omdat alleen bepaalde adel zitting kon hebben in die parlementen. Doordat wetten van de koning uitvoerbaar verklaard moesten worden door die parlementen, hadden zij een enorme macht die veel verder strekte dan het enkele rechtspreken. Zij konden in de praktijk verordonneren.

Het woord ‘parlement’ was daarom ronduit suspect voor iedere rechtgeaarde revolutionair: de nieuwe rechtspraak moest terug in haar hok, namelijk die van het toepassen van wetten op concrete zaken, niet meer en niet minder. Dit beginsel komt in het Nederlandse recht onder meer tot uitdrukking in het nog altijd geldende artikel 12 van de Wet Algemeene Bepalingen van 1829: "Geen regter mag bij wege van algemeene verordening, dispositie of reglement, uitspraak doen in zaken welke aan zijne beslissing onderworpen zijn."

Intussen, bijna 180 jaar later, reglementeert, disponeert en verordonneert de rechter er lustig op los. Er zijn allerlei commissies, vergaderingen en meer of minder formele clubjes van rechters en rechterlijke instanties die allerlei pseudowetgeving vaststellen. Het mag geen wetgeving heten, natuurlijk, maar in de praktijk zijn het belangrijke regels waar geen rechtzoekende of advocaat omheen kan: alimentatienormen, liquidatietarieven, ontslagvergoedingscriteria (‘kantonrechters­formule’), buitengerechtelijke kosten, om er maar een paar te noemen.

Onlangs heeft de Kring van Kantonrechters aangekondigd dat hij ‘zijn’ kantonrechtersformule gaat wijzigen. De definitieve nieuwe formule wordt bekend in de loop van november 2008. In ieder geval vormen weer de nodige sociaal-economische veronderstellingen de basis van deze update. Met name de (veronder)stelling dat jongeren (nog) minder bescherming nodig hebben op de arbeidsmarkt dan ouderen valt op. Er zal vast hard over zijn nagedacht, maar het blijft merkwaardig dat een handje vol oudere, ongekozen heren en dames in besloten kring dit soort algemene besluiten kan nemen.

Natuurlijk, het zijn allemaal maar ‘aanbevelingen’ aan de collega-rechters. In de praktijk blijken die ‘aanbevelingen’ echter even elastisch als de ‘adviesprijzen’ van bepaalde bekende merken. Ik probeer in schrijnende gevallen nog wel eens een rechter ervan te overtuigen dat toepassing van het liquidatietarief in die zaak irreëel of onredelijk is, maar verder dan een glazige blik komt het niet. Wij leven in praktische tijden waarin principiële betogen al bij voorbaat als tijdverdoening worden afgewimpeld: beginselen zijn passé.

Ik hoorde van de week een historicus zeggen dat de Verlichting werd gekarakteriseerd doordat mensen niet meer klakkeloos aannamen dat wat overgeleverd of gebruikelijk was ‘dus’ ook goed was. Onze tijd lijkt van dat ideaal steeds verder af te glijden: ingesleten praxis slijt in allerlei rechtsgebieden steeds verder in omdat dat zo makkelijk en praktisch is. Vragen stellen daarover is gezeur of regelrechte obstructie. Neem nou de machtenscheiding, ach wie maalt daar nog om, dat is zo’n ouderwets idee.

Misschien moeten we paleizen van justitie daarom ook maar weer omdopen tot parlementen en de parlementen tot… tja, tot wat? Daar schrijven we een prijsvraag voor uit.

Dr. mr. C.B. Schutte is advocaat bij Schutte Heide-Jørgensen advocaten te Amsterdam.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven