“Specialistische rechterlijke voorziening voldoet aan hoge verwachtingen”, kopt de Rechtspraak in een eigen persbericht over de laatste stand van zaken van het Netherlands Commercial Court (NCC) en het Netherlands Commercial Court of Appeal (NCCA). Het WODC publiceerde onlangs nieuwe cijfers en conclusies op basis van onderzoek naar het functioneren van de inmiddels zes jaar oude internationale handelsrechtbank.
In die cijfers valt met name op dat het aantal zaken dat bij het NCC wordt ingediend, achterblijft bij de verwachtingen. En niet zomaar een beetje: waar het NCC zes jaar geleden mikte op 125 jaarlijkse zaken, bleef de teller in 2024 steken op nog geen tien procent daarvan: elf stuks. In 2023 was de situatie met twaalf ingediende zaken al niet veel beter. Om aan de eigen doelstellingen – binnen tien jaar opschalen naar 125 zaken per jaar – te voldoen, had het NCC afgelopen jaar 87 zaken moeten afhandelen.
Bevoegdheden en onenigheid
Het gat tussen het aantal geambieerde zaken en het aantal daadwerkelijke ingediende zaken wordt daarmee elk jaar groter, zo concludeert het Financieele Dagblad op basis van de WODC-cijfers. Uit interviews met rechters blijkt dat de oorzaak onder meer moet worden gezocht in onverwachte inperkingen van rechterlijke bevoegdheden om consumenten en kleine ondernemers te beschermen.
Bedrijven worden het bovendien zelden met elkaar eens om naar het NCC te stappen als er een geschil ontstaat, zo constateert het WODC. Driekwart van de ondervraagde bedrijfsjuristen ziet het NCC niet als een reële optie voor geschilbeslechting als dit niet vooraf contractueel is vastgelegd met wederpartijen. Zonder zo’n contractuele overeenkomst vooraf leidt de suggestie om naar het NCC te stappen vooral tot onenigheid, zo blijkt uit de praktijk.
Hoge kwaliteit
Het animo om gebruik te maken van de mogelijkheid om naar het NCC te stappen blijft dan wellicht sterk achter – advocaten en bedrijfsjuristen die er procederen, zijn wél louter enthousiast over hun ervaringen. Uit het WODC-onderzoek komt het beeld naar voren dat procedures bij het NCC flexibel zijn, met acceptabele kosten, korte doorlooptijden, deskundige rechters en hoge kwaliteit van uitspraken. Het NCC blijkt ook zeer efficiënt te werken: alle kosten worden netjes gedekt en de voorziening werkt dan ook ‘budgetneutraal’.
De Rechtspraak buigt zich naar eigen zeggen in de komende periode over de conclusies en aanbevelingen van het WODC om de werking van, en met name het animo voor, het NCC te verbeteren. Over of men de oorspronkelijke doelstelling van 125 zaken per jaar al overweegt naar beneden bij te stellen, wordt nog niet gerept.
