Tijdens het Tweeminutendebat Gesubsidieerde rechtsbijstand op 18 oktober dienden zes Tweede Kamerleden van D66, CDA, SP, PvdA/GroenLinks, PvdD en ChristenUnie) een motie in waarin ze de regering verzochten nog dit jaar een noodinvestering in de sociale advocatuur te doen.
Inflatie compenseren
Afgelopen zomer vroeg de Nederlandse Orde van Advocaten met klem om geld voor de sociale advocatuur. De NOvA trok toen aan de bel bij de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid in reactie op de kabinetsplannen ter herijking van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In de brief aan de commissie werd erop gewezen dat minister Weerwind voor Rechtsbescherming (D66) bij lange na niet genoeg deed om sociaal advocaten te compenseren voor inflatie.
Vak onaantrekkelijk
In de motie constateren de Kamerleden dat de tariefindexatie voor sociaal advocaten van 0,67% ver achterblijft bij de consumentenprijsindex-inflatie van 5,6%, waardoor sociaal advocaten te maken hebben met flinke kostenstijgingen. Dit zou ertoe leiden dat advocaten ermee stoppen wegens gebrek aan inkomen en perspectief, waardoor het vak onaantrekkelijk wordt – “met alle negatieve gevolgen voor de rechtsbijstand aan minder draagkrachtige rechtzoekenden van dien”. En daarom verzoelen de opstellers van de motie de regering om een financiële injectie te doen. Deze moet worden betaald uit het rechtsbijstandsbudget, voor zover dat nog niet is uitgegeven.
