Het kabinet schreef (al) op 5 november aan de Tweede Kamer dat het tuchtrecht van advocaten toch niet wordt ondergebracht bij de reguliere rechtspraak. Na overleg met de Orde, en met Raden en Hof van discipline, heeft staatssecretaris Albayrak de conclusie getrokken dat ‘de variant positionering bij de reguliere rechtspraak vooralsnog niet wenselijk is en op dit moment op onvoldoende draagvlak kan rekenen in uw Kamer en bij de beroepsgroep’. In de balie werd het oorspronkelijke voornemen hevig bestreden.
Marian Verburgh, stafjurist van de Amsterdamse Raad van discipline, zegt dat de Raden van discipline blij zijn met de koerswijziging. ‘Al hebben we nog wel enkele vragen, die we waarschijnlijk nog aan de Vaste kamercommissie van justitie voorleggen. Want hoe wordt de tuchtrechter nu wèl organisatorisch ingebed, en waarom is het volgens de staatssecretaris nu ineens niet meer nodig dat de voorzitter, de enige niet-advocaat in het college, een rechter is? Nog niet zo lang geleden is dat ingevoerd als waarborg van onafhankelijkheid.’
Prof. mr. Nick Huls, naamgever van de commissie Huls die in opdracht van het ministerie van Justitie het tuchtrecht onderzocht, wil graag duidelijk maken dat zijn commissie die centralisering nooit heeft voorgesteld. ‘We hebben onder andere processuele veranderingen voorgesteld, die deels nog in behandeling zijn, maar die centralisering hoorde daar zeker niet bij. Ik word daar wel mee geassocieerd, maar het was een eigen actie van het departement.’
Bron: Nederlandse Orde van Advocaten