Druk krijgen ze het bij de Afdeling bestuursrechtspraak, heel druk – zeker als op 1 januari 2024 de Omgevingswet wordt ingevoerd, en later de Wet versterking regie volkshuisvesting. De Afdeling kampt nu al met grote achterstanden en oplopende doorlooptijden. Het afgelopen jaar hebben zo’n tachtig medewerkers van de Afdeling (van de 350) intensief meegewerkt aan het programma ‘Betrokken Rechtspraak’, waarin nieuwe uitgangspunten en werkwijzen worden geformuleerd, als redactie (‘reflectie’) op de toeslagenaffaire. Die mensen konden veel minder worden ingezet voor het dagelijkse werk.
Vacatures
Voorzitter Bart Jan van Ettekoven zegt dat in het jaarverslag ‘voor lief’ te nemen. “We willen oprecht investeren in de reflectie en in een zo goed mogelijke bestuursrechtspraak.” Nu ook, na corona, veel juristen de Raad van State hebben verlaten, zijn er veel vacatures – eind 2022 waren dat er zo’n vijftig. In de Omgevings- en Algemene kamer zijn de doorlooptijden van de meer complexe zaken opgelopen tot ruim een jaar.
Tijdreizen
En kunnen er nog meer worden, met de nieuwe Omgevingswet. Van Ettekoven spreekt van een ‘ingrijpende stelselherziening’. “In de komende vijf jaar zullen er veel nieuwe rechtsvragen opkomen die stuk voor stuk moeten worden beantwoord. Dat levert een periode op van verminderde rechtszekerheid.” Het probleem wordt groter nu het Digitaal Stelsel Omgevingswet nog niet klaar is, en daarmee de ICT-omgeving van de wet. “We zijn bezorgd dat de systemen onvoldoende robuust en niet tijdig beschikbaar zijn. Zo is het nog niet mogelijk oudere versies van omgevingsplannen digitaal te raadplegen. Er wordt gewerkt aan ‘tijdreizen’ naar eerdere plannen, maar het ziet er niet naar uit dat dit op 1 januari 2024 goed werkt. Ook het verwerken van onze uitspraken in het digitale systeem, zodat iedereen kan kennisnemen van bijvoorbeeld een vernietiging van een omgevingsplan, is nog niet geregeld.” En er is geen weg terug: papieren besluiten en plannen behoren definitief tot het verleden. Dit alles gaat plaatsvinden in een periode waarin Nederland voor enorme opgaves staat: energietransitie, stikstof, woningbouw. “Dat is al een forse uitdaging onder het huidige rechtsbestel. We hebben de minister gewaarschuwd: weet wat je doet, misschien is faseren verstandiger.”
Enige bevoegde rechter
En dat is niet alles want ook een ander voorstel komt eraan: de Wet versterking regie volkshuisvesting. Deze wet bepaalt dat voor bepaalde zaken de rechtbankfase wordt overgeslagen, de Afdeling bestuursrechtspraak is dan de enige bevoegde rechter. En deze móet binnen zes maanden uitspraak doen. Van Ettekoven: “Zonder rechtbanken zijn we de ‘zeefwerking’ kwijt. Als er maar één rechterlijke instantie naar de zaken kijkt, is dat een vermindering van de rechtsbescherming en een uitzondering op de regel dat in ons land rechtsbescherming open staat in twee feitelijke instanties. De rechtsbescherming komt extra onder druk als we binnen een half jaar uitspraak moeten doen.”
Vertrouwen
Van Ettekoven verwacht grote en complexe zaken. Bij grote woningbouwprojecten wordt in de regel beroep ingesteld door veel appellanten die tal van aspecten aanvoeren – milieu, verkeer, geluid. De Afdeling vindt dat er dan een ‘reële mogelijkheid’ moet zijn om daar zorgvuldig naar te kijken, juist als er maar één rechterlijke instantie is. “Tel dat op bij de huidige situatie: al veel zaken op de plank, minder mensen om eraan te werken, en oplopende doorlooptijden. Dan kan ik voorspellen dat we de termijn van zes maanden in tal van zaken niet gaan redden. En haal je meer dan incidenteel de wettelijke termijnen niet, dan is dat niet goed voor het vertrouwen van de burger in de rechter. Dat is ook onze boodschap aan de minister: stel ons in staat op zorgvuldige wijze ons werk te doen.”