Op 23 augustus 2018 werd hij op 21-jarige leeftijd beëdigd tot advocaat. In het bijzijn van familie en vrienden legde Jan Willem Nass in de rechtbank in Maastricht de eed af. Hij is de jongste advocaat van Nederland en tevens een van mijn beste vrienden. Juist omdat ik het zo mooi vind dat hij dit op 21-jarige leeftijd heeft gepresteerd, besloot ik hem vijf vragen te stellen over de advocatuur, de universiteit en zijn toekomstambitie.
Wat vind je ervan om de jongste advocaat van Nederland te zijn?
Ik vind het bijzonder om op 21-jarige leeftijd advocaat te zijn. Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat ik erg jong ben. Ervaring en leeftijd zijn geen synoniemen van elkaar. Ik ben 21 jaar, maar ik heb veel gedaan. Naast mijn studies ben ik betrokken geweest bij het organiseren van de Abraham de Pinto-competitie, heb ik op de universiteit les gegeven, voetbal ik drie keer per week en was ik erg actief in het studentenleven. Daarnaast zit ik in het algemeen bestuur van het CDJA en ik verrichtte al juridische en fiscale werkzaamheden bij Nass Advocatenkantoor en Belastingadviespraktijk.
Waarom heb je twee bachelors en twee masters gedaan, en hoe was dat qua weekindeling?
Doordat Nass Advocatenkantoor en Belastingadviespraktijk een familiebedrijf is, kwam ik al vroeg in aanraking met de praktijk. Wat ik ervoer, was dat veel zaken zowel componenten van het Nederlands recht als fiscaal recht bevatte. Bijvoorbeeld, bij echtscheidingen krijg je vaak te maken met huwelijkse voorwaarden en dan is een fiscale achtergrond erg handig. Dit geldt natuurlijk ook bij erfrecht, ondernemingsrecht en zelfs bij strafrecht ( denk aan fiscaal vermogen wat in het buitenland staat ). Als een cliënt naar een advocaat gaat, gaat hij voor het beste advies en wil hij weten wat zijn exacte juridische positie is. Als je zowel de fiscale component als bijvoorbeeld de civielrechtelijke component van een zaak kunt afhandelen, heb je volledige inzage in de problematiek die speelt in een zaak en kun je een zo hoog mogelijke kwaliteit leveren. Kwaliteit staat immers voorop.
Mijn weken waren heel erg vol, maar het waren ook vooral leuke dingen. Als je een passie voor je vak hebt, ervaar je ook minder druk. Plus, het druk hebben is in mijn ogen een relatief begrip. De meeste mensen vinden van zichzelf dat ze het druk hebben, dus wanneer heb je het druk?
Hoe is het nou om advocaat te zijn?
Ik vind het hartstikke leuk dat ik opeens advocaat ben. Je gaat vaker naar de rechtbank, je kunt vaker procederen, want als advocaat heb je natuurlijk procesmonopolie, en een cliënt kan volledig op je rekenen, omdat je als advocaat een geheimhoudingsplicht hebt. Ik vind het mooi om in de rechtbank voor de belangen van mijn cliënt op te komen en het maximale eruit te halen. Dat betekent niet dat de cliënt bepaalt wat er gebeurt, want als advocaat heb je de verantwoordelijkheid om kritisch op je cliënt te zijn, omdat het van belang is dat je opkomt voor het belang van je cliënt. Alle feiten en omstandigheden moeten duidelijk op de tafel liggen om een goed procesadvies te geven. Als advocaat ben je namelijk de gids.
Wat vind je van de omschakeling van de universiteit naar de praktijk?
Het grote verschil is mijns inziens de verantwoordelijkheid. De kans dat je een tentamen niet haalt omdat je één keer brak in de collegezaal zit, is klein. Als jij opkomt voor de belangen van je cliënt, kun je je dat uiteraard niet permitteren. Dat is een teken dat je je levensstijl iets moet aanpassen en dat je met name in het weekend tijd met familie en vrienden doorbrengt.
Welke ambities heb je voor de toekomst?
Ten eerste wil ik onder begeleiding van mijn vader, die mijn patroon is, de beroepsopleiding voor de advocatuur succesvol afronden. Ik heb de ambitie om het familiebedrijf uit te breiden, want mijn zus is ook actief in het bedrijf. De kans is groot dat mijn broertje over een aantal jaren ook in het bedrijf actief zal zijn. Op kantoor heeft ieder zijn eigen specialisatie, maar zoals al reeds gezegd: recht is met elkaar verbonden, waardoor je vaak met elkaar spart over grenzen tussen rechtsgebieden. Tevens wil ik mij de komende jaren – en niet alleen de komende jaren – blijven ontwikkelen om de belangen van mijn cliënten zo goed mogelijk te kunnen behartigen. Het gaat er immers niet om hoeveel talent je hebt, maar hoe je dat talent gebruikt. De overtuiging overtuigt immers. Als je zelf niet overtuigd bent van de zaak, dan zul je de rechter ook niet overtuigen.