‘Dekens alert, dekenberaad moet slagvaardiger’

Delen:

Foto: Pixabay

De regionale dekens zijn professionele toezichthouders op de advocatuur geworden. Dat constateert het College van Toezicht in het jaarverslag 2018. Wel moet het dekenberaad slagvaardiger gaan opereren en moeten er oplossingen komen voor de beperkte capaciteit en financiën van de lokale bureaus van de orde.

Op 1 januari 2015 trad de Wet positie en toezicht advocatuur in werking, die in 2019 wordt geëvalueerd. In het jaarverslag over 2018 neemt het College van Toezicht al een voorzetje hierop door te bekijken hoe het toen ingevoerde toezichtsysteem werkt. Met dit toezichtsysteem zou de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat en de integriteit van de advocatuur moeten worden vergroot.

Op grond van deze wet zijn de regionale dekens belast met het toezicht op de advocaten en de klachtbehandeling. Het College van Toezicht is als systeemtoezichthouder belast met het toezicht op het stelsel. In dit College (2018) zaten oud-algemeen deken Bart van Tongeren, en oud-Kamerleden Jan de Wit en Andrée van Es – de laatsten zijn de ‘kroonleden’. In het huidige College (per 1 januari 2019) zitten de kroonleden Andrée van Es en Jeroen Kremers en algemeen deken Johan Rijlaarsdam (voorzitter).

Volgens het College hebben de dekens in vier jaar tijd een ontwikkeling doorgemaakt van autonome primus inter pares naar een professionele toezichthouder met een veelheid van taken op zijn schouders. Dat zijn bijvoorbeeld advies, bemiddeling, (proactief) toezicht en klachtbehandeling. De deken maakt onderdeel uit van het ‘dekenberaad’ waarin de elf dekens regelmatig overleggen en samenwerken, afspraken maken, beleid ontwikkelen en beleidsregels opstellen.

De wet bepaalt dat de dekens de toezichthouders zijn en daarom dienen zij beleidsregels te maken. De bevoegdheid van het College om beleidsregels uit te vaardigen komt pas aan de orde indien de dekens zouden weigeren of nalaten om beleidsregels te maken – bij hen ligt het primaat. Daarom heeft het College ‘terughoudend’ gebruikgemaakt van de bevoegdheid beleidsregels te maken, en vooral, via het overleg met de voorzitters van het dekenberaad en met de dekens, deze aan te sporen zelf beleid te ontwikkelen. Daarbij kan worden gedacht aan risico-gestuurd toezicht, het jaarlijks opvragen van financiële kengetallen en recidivebeleid.

Het College erkent in het jaarverslag dat het toezicht door de dekens stappen vooruit gemaakt, maar ook dat dit sneller moet. Daarvoor moeten het dekenberaad slagvaardiger gaan opereren. Nu kost het vaak (te) veel tijd als in het dekenberaad overeenstemming moet worden bereikt over het te voeren beleid.

Ook constateert het College van Toezicht in het jaarverslag dat zich ‘met enige regelmaat’ problemen voordoen in de uitvoering van besluiten. Dat komt door de beperkte capaciteit van de bureaus van de lokale orde die de dekens ondersteunen maar ook doordat de bureaus beschikken over te weinig financiën. Bureaus in grote arrondissementen hebben meer mogelijkheden dan bureaus in kleinere arrondissementen, en daarvoor zoekt het College een oplossing.

Positief is het College over de klachtbehandeling: de dekens reageren alert, maken vaker gebruik van het dekenbezwaar en formuleren consequenter een dekenstandpunt dan voorheen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven