Het begin dit jaar gestarte Netherlands Commercial Court heeft zijn eerste uitspraak gedaan. Het gaat om een uitspraak van de voorzieningenrechter, die in de ik-vorm is gedaan: ECLI:NL:RBAMS:2019:1637.
Het Netherlands Commercial Court (NCC) is een bijzondere kamer van de Rechtbank Amsterdam en het Gerechtshof Amsterdam. Het bij het gerechtshof Amsterdam ondergebrachte NCC behandelt handelsgeschillen in meervoudige samenstelling in eerste aanleg en in hoger beroep. Ook bestaat de mogelijkheid van een verkorte procedure; in dat geval kijkt één rechter naar de zaak. De zaken worden in het Engels behandeld.
Verkoop verpande zaak
In de eerste zaak die aan het NCC werd voorgelegd, stonden transactieservice Elavon Financial Services en IPS Holding B.V. tegenover elkaar. De voorzieningenrechter boog zich over een verzoek om toestemming een verpande zaak op een afwijkende wijze te verkopen.
Verzoekster Elavon, gevestigd in Ierland, wil de aan haar verpande aandelen in de Nederlandse IPS B.V. verkopen aan Crossbow, een van de schuldeisers die het pandrecht als zekerheid hebben. De grootmoedermaatschappij (de in Zwitserland gevestigde vennootschap Airopack Technology Group AG) die garanties voor de leningen heeft verstrekt, en aandeelhouder Q-Invest zijn mede om die reden als belanghebbenden bij de zaak betrokken. Rabobank is mede-pandhouder en -geldschieter.
Hoogst mogelijke opbrengst
De beoordeling van het verzoek draaide om de vraag of de prijs die Crossbow bereid is voor de aandelen te betalen, de hoogst mogelijke opbrengst genereert en ervoor zorgt dat de onderneming voortgezet kan worden. Mede gelet op het overgelegde en onweersproken rapport over de waarde van de aandelen, concludeerde de voorzieningenrechter dat dat het geval is. De aangevoerde verweren werden afgewezen en de rechter wees het verzoek dan ook toe.
Tevreden
De betrokken advocaten toonden zich na afloop van de zaak tevreden over het NCC. Zo zei Teun Struycken (NautaDutilh), die Crossbow bijstond, dat hij onder de indruk was van de professionaliteit, snelheid en kwaliteit van de rechter en diens uitspraak.
Opmerkelijk is dat de uitspraak in de ik-vorm is geschreven. Dat leidt tot zinnen als: “The first point I am called upon to examine in this case is the jurisdiction of the Amsterdam District Court” en “It is clear, in my view, that the Amsterdam District Court has jurisdiction under articles 25(1) and 26(1) of the Brussels Regulation (recast) (1215/2012) and article 24 of the Lugano Convention”. Advocaat Barbara Rumora-Scheltema (NautaDutilh) noemde deze noviteit “quite convincing”.
Het NCC heeft nog geen volgende zaak in behandeling.