Nu de Eerste Kamer heeft ingestemd met wetgeving die Engelstalige rechtspraak mogelijk maakt, zal het niet lang meer duren voor het Netherlands Commercial Court daadwerkelijk van start gaat. Streefdatum is 1 januari aanstaande.
Het plan voor een internationale handelskamer werd al in 2014 door de Raad voor de rechtspraak geopperd. De Raad wilde tegemoetkomen aan de roep van het internationaal opererende bedrijfsleven om gespecialiseerde en Engelstalige overheidsrechtspraak. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het Netherlands Commercial Court (NCC) in 2017 de deuren zou openen, maar door vertraging in het wetgevingstraject heeft dat langer geduurd. Nu ook de Eerste Kamer akkoord is, is het streven het NCC per 1 januari van start te laten gaan, aldus woordvoerster Marjemme van Poelgeest van het gerechtshof Amsterdam.
De nieuwe gespecialiseerde voorziening wordt een bijzondere kamer van de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam, waar Engelstalige internationale handelsgeschillen worden behandeld voor partijen die dit uitdrukkelijk onderling zijn overeengekomen. Voor deze Engelstalige procedure geldt een verhoogd griffierecht.
Economische ontwikkeling
De Rechtspraak denkt dat het NCC zal bijdragen aan het vestigingsklimaat en de economische ontwikkeling in Nederland. Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, is dan ook tevreden dat de Eerste Kamer de benodigde wet heeft aangenomen: “De rechtspraak wil al veel langer in internationale handelsgeschillen gespecialiseerde rechtspraak in het Engels aanbieden. Ik ben blij dat dat nu mogelijk wordt.”
Goede aanvulling
Hoogleraar burgerlijk (proces)recht Toon van Mierlo (Erasmus Universiteit /Rijksuniversiteit Groningen) plaatste in een interview in het augustusnummer van Mr. een aantal kanttekeningen bij het NCC. Hij noemde het NCC een goede aanvulling op arbitrage, maar betwijfelde of het gerecht jaarlijks wel de 125 zaken in eerste aanleg gaat doen die zijn voorspeld. “Kies je voor een procedure bij het NCC, dan kies je voor het Nederlandse procesrecht, en de Engelse taal. Vaak is het materiële recht ook Nederlands. Maar er is te weinig nagedacht over de vraag wat er gebeurt als buitenlands materieel recht van toepassing is. Dat zal weliswaar uitzondering zijn, maar dan loopt het systeem niet goed. Bij de Hoge Raad kun je immers in de regel niet klagen over toepassing van het buitenlands recht.”
Brexit
Het voordeel van het NCC is volgens Van Mierlo de mogelijkheid van hoger beroep, nadeel is dat een uitspraak van het NCC alleen in de landen van de Europese Unie ten uitvoer kan worden gelegd, terwijl dat bij een arbitraal vonnis in ongeveer 150 landen is. “Op papier is het NCC een concurrent van arbitrage, maar in de praktijk moet ik het nog zien gebeuren.” Brexit kan volgens Van Mierlo een kans zijn voor het NCC: “Na Brexit zal een Engels vonnis hier minder makkelijk ten uitvoer kunnen worden gelegd, dat maakt een NCC aantrekkelijker.”