De Wet griffierechten burgerlijke zaken kent drie tarieven voor kantonzaken: voor zaken tot 500 euro, voor zaken tussen 500 en 12.500 euro, en voor zaken boven 12.500 euro. De griffierechten voor zaken tussen 500 en 12.500 euro bedragen 499 euro voor rechtspersonen en 236 euro voor natuurlijke personen. Dat betekent dat een zelfstandig ondernemer die een rechtszaak wil voeren over een vordering van 501 euro daarvoor 499 euro aan griffierecht kwijt is. Reden voor kleinere bedrijven om van een rechtsgang af te zien. Om tegemoet te komen aan bezwaren van onder meer het MKB en gerechtsdeurwaarders, kwam minister Dekker (Rechtsbescherming) met een wetsvoorstel om de tarieven aan te passen.
Zes categorieën
In het voorstel van Dekker zijn zes categorieën opgenomen. Het tarief voor zaken tussen 500 en 1.500 euro wordt bijvoorbeeld 312 euro voor rechtspersonen en 208 euro voor zelfstandigen. Voor ‘onvermogenden’ is het tarief in de meeste gevallen 83 euro. Omdat de wijzigingen in de tarieven budgetneutraal moeten worden uitgevoerd, staan tegenover lagere griffierechten in kleinere zaken hogere tarieven bij grotere vorderingen.
Megazaken
Door een amendement van Michiel van Nispen (SP) en Niels van den Berge (GroenLinks) worden de griffierechten voor rechtszaken waarbij rechtspersonen meer dan een miljoen euro vorderen, zelfs verdubbeld. Nu is het tarief bij rechtbanken voor een vordering van meer dan 100.000 euro 4.131 euro. In het wetsvoorstel stijgt dat 5.564 euro, maar bedrijven die een megazaak over meer dan een miljoen willen voeren gaan dus het dubbele betalen.