Hans Mathijsen is advocaat en Rechtsanwalt bij Willems Advocaten. Zijn praktijk omvat de dienstverlening aan ondernemingen en particulieren op met name commercieel juridisch gebied; hij heeft een internationaal georiënteerde praktijk. Bijzondere aandachtsgebieden daarbij zijn de grensoverschrijdende relaties met België en de Nederlands-Duitse betrekkingen. Na een aanvullende studie in Duitsland is hij sinds 1998 toegelaten als Rechtsanwalt in Duitsland en lid van de balie te Düsseldorf. In 2004 is hij aanvullend toegelaten tot het OberlandesGericht van Nordrhein-Westfalen.
Wat is uw achtergrond?
Na het volgen van twee studies, Nederlands recht en Staatkundig recht, aan de Rijksuniversiteit Leiden ben ik eerst in militaire dienst gedaan. Daarna heb ik gekozen om als advocaat in Amsterdam te gaan werken. In 1985 ben ik beëdigd als advocaat en procureur te Amsterdam. Ik heb bewust gekozen voor Amsterdam omdat het de hoofdstad is en één van de brandpunten waar de Nederlandse economie bij elkaar komt.
In de praktijk bleek mij dat veel mensen bezig waren met het ‘verre buitenland’ zoals Amerika, Zuid-Amerika en Rusland. Het verbaasde mij oprecht dat maar weinig mensen zich bezighielden met Duitsland en België. Mijn wieg heeft in Limburg gestaan en van nature ben ik groot geworden met zowel Duitsland als België. We zijn gewoon afhankelijk van elkaar en feitelijk is Duitsland onze grootste handelspartner.
Wat is uw rol binnen het bedrijf?
Ik ben direct bij Willems Advocaten begonnen, eigenlijk met het idee om na mijn stageperiode het bedrijfsleven in te gaan. Ik had een grote belangstelling voor herverzekeringen, maar tijdens de stage kwam ik erachter dat ik het werk hier veel te leuk vond.
Ik was goed in mijn talen en kreeg vrij snel zaken toegewezen die organiek niet zouden passen bij mijn leeftijd/ervaring in de advocatuur. Het waren Frans-, Engels- en Duitstalige zaken, die daardoor ‘gecompliceerd’ heetten te zijn. Ik kreeg met name belangstelling voor de Duitse zaken en om die reden heb ik mij toen opgegeven voor de opleiding tot Rechtsanwalt. Een fantastische opleiding die ik iedereen zou aanraden. De opleiding an sich was destijds goed te doen, als je ernaast tenminste niets te doen zou hebben: het is daarentegen een enorme uitdaging die te volgen met een volle praktijk daarnaast. Je moet je voorstellen dat deze opleiding nog intensiever is dan Grotius. Sinds 1998 ben ik toegelaten als Rechtsanwalt.
Mijn praktijk omvat de dienstverlening aan ondernemingen en particulieren op met name commercieel juridisch gebied; een internationaal georiënteerde praktijk. Bijzondere aandachtsgebieden daarbij zijn de grensoverschrijdende relaties met België en de Nederlands-Duitse betrekkingen.
Wat is de kracht van kantoor?
Onze kern is dat wij goede zaken willen waarbij de belangen van de cliënt centraal staan. Dit betekent dat wij korte lijnen hebben, goed bereikbaar zijn – ook buiten kantoortijden om – en out of the box kunnen denken. Neem afstand van platgetreden paden. Voordat je het weet loop je tegen een muur. Je moet praktisch zijn en goed opletten wat er gebeurt. En je moet het belang van de wederpartij in de gaten houden, daar kan de sleutel tot de oplossing liggen.
Mensen kijken tegenwoordig toch naar verschillende kantoren voordat zij een keuze maken. Wij merken dat wij ook dan goed scoren. Dat is niet alleen leuk, maar het sterkt ons ook in het vertrouwen dat wij klaarblijkelijk een goede houding hebben en het op prijs wordt gesteld dat wij ons ten opzichte van de cliënt kwetsbaar durven te tonen. Ook zijn wij een groot voorstander voor openheid in kosten.
In deze branche is de kern van het hele vak, dat je vertrouwen moet krijgen en houden van de cliënt. En dat moet je dienstbaar maken. Qua instelling en dienstverlening kunnen we in Nederland nog heel wat van andere landen, zoals Duitsland, leren.
Hoe is de samenwerking met Duitse cliënten?
Ik moet zeggen dat ik de samenwerking met Duitse cliënten heel erg weet te waarderen. Ze zijn helder in wat ze wel en niet willen. Zij zeggen wat ze doen en wat ze niet doen. Soms kost het wel meer overtuigingskracht want ze zijn van nature toch iets sceptischer. Ze willen eerst elk probleem gezien hebben voordat ze zeggen ‘daar kan ik wel wat van vinden’. De samenwerking is ook erg prettig mede doordat de omgangsvormen in mijn beleving (prettig) aangenaam ouderwets zijn.
Behandelt u vaak grensoverschrijdende zaken?
Ja. Bij Willems ben ik eindverantwoordelijk voor de internationale praktijk. Ik begeleid en coördineer de Duitse zaken ook als anderen die feitelijk uitvoeren. Uiteindelijk wil men één Ansprechpartner. Duitsers zijn heel erg op vertrouwen en goede contacten en willen heel graag communiceren in het Duits. Ze voelen zich op hun gemak bij ons omdat ze weten dat we verstand hebben van hun wereld. We zijn bondgenoot van de Duitsers in den vreemde zoals wij dat ook voor Nederlanders in Duitsland zijn.
Wat zijn de verschillen tussen het procederen in Nederland en het procederen in Duitsland?
Anders dan in Nederland is het contact tussen raadslieden en de rechter veel opener. Je zou het niet verwachten, maar toch is het zo. Er is veel meer contact en een rechter in Duitsland kan ook vragen om meer uitleg. En dat is voor ons in Nederland onbegrijpelijk, in Nederland benader je de rechter niet. Maar in Duitsland zijn ze hier actiever in om zo in een vroeger stadium van het proces de complicaties voor te zijn.
Daarnaast is er ook een verschil in cultuur. Nederlanders zijn opportunistischer: ‘wat ik ook tegenkom, daar red ik me wel uit’. Duitsers maken als het ware eerst een roadmap en zijn proactief met het inkaderen van een traject. Duitsers komen in onderhandelingen ook vaak systeemtechnisch beter voorbereid aan tafel dan de Nederlanders.
