Ministerie van justitie en fiscus vaak in hoger beroep bij bestuursrechter

Het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Belastingdienst zijn de bestuursorganen die het vaakst in hoger beroep gaan tegen een uitspraak van een rechtbank. Vaak doen ze dat, geven ze zelf aan, om duidelijkheid te verkrijgen over de interpretatie van een specifieke wet.

Delen:

Ministerie van justitie en fiscus vaak in hoger beroep bij bestuursrechter - Mr. online
Foto: Depositphotos

Het WODC analyseerde alle 32.222 gepubliceerde einduitspraken in hoger beroepszaken bij de bestuursrechter in de periode 2017-2021. Hoger beroep is in 86,3 procent van de gevallen ingesteld door burgers, in 8,9 procent door bestuursorganen en in 4,8 procent door beide partijen.

De bestuursorganen kunnen verder worden uitgesplitst: 33 procent van de zaken betreft gemeenten, 30 procent zelfstandig bestuursorganen, 16 procent ministeries, 12 procent Belastingdienst en 5 procent overige bestuursorganen met enige procedeerfrequentie zoals provincie, waterschappen, politie. De rest van de zaken (4 procent) betreft bestuursorganen die zelden partij zijn in een hogerberoepsprocedure.

Ministerie van Justitie en Veiligheid koploper

Bestuursorganen die in deze jaren het vaakst een hoger beroepsprocedure zijn gestart en een einduitspraak kregen, zijn het ministerie van Justitie en Veiligheid (1.325 zaken), de Belastingdienst (659), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (276), gemeente Amsterdam (121), de Sociale Verzekeringsbank (102), het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (76), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (76), gemeente Rotterdam (68) en het ministerie van Defensie (58).

Interpretatie van de wet

Het WODC nam een steekproef van 202 uitspraken en daaruit kwamen 252 gronden naar voren die bestuursorganen aandroegen voor het hoger beroep. Deze gaan over de interpretatie van een specifieke wet (34 procent), de wijze waarop het besluit tot stand is gekomen (in feit over de interpretatie van de Algemene wet bestuursrecht; 26 procent) en de feitelijke gegevens die de basis vormen voor een juridisch standpunt (14 procent). Ook komt het voor dat het bestuursorgaan vindt dat de rechter in eerste aanleg een formeel onjuiste uitspraak heeft gedaan, bijvoorbeeld doordat de bestuursrechter in zijn uitspraak zelf een besluit heeft genomen waar dat volgens het bestuursorgaan niet had gemoeten (11 procent).

Gegrond

In de zaken waarin een bestuursorgaan in hoger beroep ging, is 57 procent gegrond, 9 procent gedeeltelijk gegrond, en 29 procent ongegrond verklaard. De overige 5 procent is op een andere manier afgedaan.

Burgergerichte overheid

Deze factsheet beantwoordt een aantal onderzoeksvragen uit het WODC-onderzoeksproject Bestuursorganen in hoger beroep. Het rapport hierover zal naar verwachting in 2023 uitkomen. Het onderzoek is in december 2021 toegezegd door de minister voor Rechtsbescherming in het kader van het deelprogramma Burgergerichte overheid.

Lees hier de factsheet Bestuursorganen in hoger beroep.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven