In september 2019 begon het Rotterdamse arrondissementsparket met een pilot om meer vuurwapens van straat te halen, om zo schietincidenten in de openbare ruimte een halt toe te roepen. In de eerste negen maanden van 2019 waren er in Rotterdam al 72 schietincidenten geweest. Om het vuurwapengeweld terug te dringen kondigden de hoofdofficier van justitie, de burgemeester en de eenheidschef van politie ‘onorthodoxe’ maatregelen aan. Zo kunnen mensen die het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de politie vertrouwelijk tippen over eigenaren van vuurwapens, worden beloond met een bedrag van maximaal 750 euro, afhankelijk van het soort wapen dat wordt aangetroffen. Eerder al werden er door TCI-tips vier automatische vuurwapens, 34 (hand)vuurwapens, 23 (nep)vuurwapens en vijf tasers in beslag genomen.
Veiligheidsrisicosubject
Daarnaast is gestart met een pilot waarmee individuen die voor hun omgeving en de veiligheid in de stad een risico vormen, door de officier van justitie kunnen worden aangemerkt als ‘veiligheidsrisicosubject’. Dat biedt de mogelijkheid voor de politie om zo iemand, op basis van de Wet wapens en munitie, te fouilleren. De officier van justitie bepaalt voor welke periode een persoon wordt aangemerkt als veiligheidsrisicosubject. Met deze maatregel zouden meer vuurwapens vroegtijdig van straat kunnen worden gehaald.
Onvoldoende grondslag
In eerste instantie werden zes personen aangewezen als veiligheidsrisicosubject. Na een half jaar vond een evaluatie plaats en is het aantal personen uitgebreid, tot 29. Eén van hen was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en legde de kwestie aan de kortgedingrechter voor. Die oordeelde dinsdag 6 juli dat er onvoldoende juridische grondslag is om persoonsgericht te mogen fouilleren.
Hoger beroep
Volgens het OM biedt de in de Wet wapens en munitie genoemde fouilleer- en doorzoekingsbevoegdheden wel ruimte voor deze werkwijze. Daarom gaat het OM in hoger beroep. In afwachting van de uitkomst van het hoger beroep is de pilot opgeschort. Dit geldt ook voor de overige aangemerkte subjecten.