Een ‘interactieve bijspijkercursus over tuchtrecht’: Hoe kijkt u terug op de avond? Viel er bij de NVJSA veel bij te spijkeren aangaande tuchtrecht?
“De docenten hebben weer veel geleerd. De aanwezigen hopelijk ook. Het is altijd een genoegen om – samen met Bart – met strafrechtadvocaten te spreken over gedragsrechtelijke vraagstukken.”
Welk vraagstuk dat tijdens ‘Tuchtcollege!’ aan bod kwam, vond u het meest waardevol of interessant? Waarom was dat?
“Het onderwerp tegenstrijdige belangen, omdat het Hof van Discipline daarover recent een uitspraak heeft gewezen die anders is dan de uitspraak die de Raad van Discipline in diezelfde zaak eerder deed. En omdat strafrechtadvocaten daar een mening over hebben.”
Hoe voorkomt u tijdens uw werk dat u zelf mogelijk op tuchtrechtelijk gevaarlijk terrein terechtkomt?
“Het ‘tuchtrechtelijk gevaarlijk terrein’ ligt altijd min of meer om de hoek. Het is vooral een kwestie van vooruitkijken – en collega-advocaten vragen met je mee te kijken.”
Wat is het belangrijkste dat u jonge advocaten probeert mee te geven als het om de gedragsregels voor de advocatuur gaat?
“Eerlijk, open en transparant omgaan met je cliënten en de andere procesdeelnemers. En twijfels en gedragsrechtelijke vragen durven neer te leggen bij collega-advocaten of mensen met kennis van dat vakgebied.”
Onlangs maakte het Openbaar Ministerie het nieuwe beleid aangaande strafbeschikkingen bekend. Hoe kijkt u hier als strafrechtadvocaat en hoogleraar naar?
“Ik deel de zorgen die ook al door anderen zijn geuit. Het gaat in dat nieuwe beleid om serieuze strafzaken, terwijl het opleggen van de strafbeschikking – zeker in de praktijk – (nog steeds) niet met voldoende waarborgen is omgeven. Verdachten die een strafbeschikking krijgen, hebben vaak geen idee hebben wat ze daartegen precies kunnen doen, terwijl het tegelijkertijd voor hen niet erg helder is wat de consequenties precies zijn als ze een strafbeschikking accepteren. Voor strafrechtadvocaten heeft het voeren van verweer in het kader van ingesteld verzet tegen een strafbeschikking in de tussentijd veel weg van het ‘praten tegen een muur’. Het is simpelweg te veel macht in één hand.”
Welke jurist verdient wat u betreft een compliment?
“Dat zijn er veel, te beginnen met de advocaten uit de sociale advocatuur, omdat ze dag in, dag uit ontzettend veel volledig onbetaald werk verrichten voor mensen die dat nodig hebben, om hun leven een beetje beter te maken. Zeer waardevol, (zwaar) onderbetaald werk.”
Met welke historische figuur zou u graag eens in gesprek gaan?
“Met Malcolm X – over zijn leven, de keuzes die hij maakte en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.”
Wat staat er op uw bucketlist?
“Een hond, omdat mijn hond ruim een jaar geleden overleed en ik de aanwezigheid van een ‘trouwe viervoeter’ erg mis.”
Welk boek las u het laatst?
“Laatste man van Stijn Franken en Miek Smilde.”
Als u het voor het zeggen had, dan…?
“Gingen we er met z’n allen eens goed voor zitten om te kijken hoe we de door Stijn benoemde ‘kloof’ kunnen proberen te beslechten. En dat vervolgens ook daadwerkelijk doen. Ik ben als strafrechtadvocaat opgegroeid in Rotterdam en nog altijd een groot voorstander van de ‘havenmentaliteit’: niet lullen maar poetsen.”
