‘Pro Justitia-rapportages: meer aandacht voor culturele factoren’

Gedragsdeskundigen die rapportages over verdachten maken voor de rechter, betrekken regelmatig culturele en migratie-gerelateerde factoren in hun advies – maar dat zou méér mogen. Dat stelt strafrechtdeskundige Laura van Oploo in haar proefschrift. Zij promoveerde 8 januari aan Tilburg University. “Te weinig rapporteurs beschikken over specifieke culturele deskundigheid.”

Delen:

Pro Justitia-rapportages- meer aandacht voor culturele factoren
Beeld: Mohamed Hassan/Pixabay

In veel strafzaken laat de rechter zich door gedragsdeskundigen informeren over de psyche van de verdachte. Dat is van belang omdat de rechter moet beoordelen of de verdachte ontoerekeningsvatbaar is en of er redenen zijn om bijvoorbeeld tbs op te leggen. Dit vergt psychiatrische en psychologische kennis met het oog op de relatie tussen stoornis en delict. Het advies van de pro Justitia-rapporteur is zeer relevant voor de uitkomst van de strafrechtelijke procedure en voor de straftoemeting, omdat het vaak door de rechter wordt overgenomen.

Culturele context

De manier waarop psychiatrische ziekten worden beleefd, geuit en verklaard, is sterk afhankelijk van de culturele context waarbinnen dit gebeurt en wordt beoordeeld. Dat blijkt uit het proefschrift Culturele overwegingen in pro Justitia-rapportages. Als sprake is van een ‘culturele afstand’ tussen de gedragsdeskundige en de verdachte, kan het beoordelingsproces gecompliceerd worden. Er zijn echter weinig rapporteurs die beschikken over specifieke culturele deskundigheid. Promovenda Laura van Oploo onderzocht daarom of gedragsdeskundigen die pro Justitia-rapportages maken culturele aspecten in hun onderzoek betrekken en, zo ja, op welke manier. Ze ging na of er verschillen bestaan tussen verdachten met en zonder een migratieachtergrond.

Strafadvies

Gedragskundige rapporteurs bleken geregeld aandacht te besteden aan culturele en migratie-gerelateerde factoren. Tevens bleek dat bij verdachten met een migratieachtergrond vaker een strafadvies volgde en bij verdachten zonder een migratieachtergrond vaker een (tbs-)maatregeladvies. Dat verschil in sanctie-adviezen is opvallend, omdat verdachten zonder migratieachtergrond niet vaker verminderd toerekeningsvatbaar of ontoerekeningsvatbaar werden bevonden dan verdachten met een migratieachtergrond. Bij een verminderde mate van toerekenen komen andere sancties in beeld, zoals de tbs-maatregel. Het is mogelijk dat deze verschillen onbedoeld en onbewust ontstaan. In hoeverre dit het geval is, daarvoor is nader onderzoek nodig.

Culturele vraag

Volgens Van Oploo is het van belang om een culturele vraag toe te voegen aan de standaardvraagstelling pro Justitia. Daardoor wordt voor de procesdeelnemers inzichtelijker in hoeverre cultuur in het pro Justitia-onderzoek een rol speelde. Ook zouden (medisch) antropologen vaker moeten worden betrokken in het rapportageproces. Tot slot is nader onderzoek nodig over culturele factoren bij de beoordeling van de relatie tussen stoornis en delict.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven