Aanleiding voor de voorgestelde koerswijziging zijn de recente rapporten van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties. Beide tonen aan dat het ontbreekt aan een integrale benadering van beleid, wetgeving en uitvoering.
Tegendruk
Daarvoor is op elk departement een effectieve invulling van de centraal belegde verantwoordelijkheid voor het wetgevingsproces van belang. De secretarissen-generaal zouden de ‘tegendruk’ voor een evenwichtig wetgevingsproces binnen hun eigen departement moeten bevorderen, in directe verbinding met de directeuren wetgeving en juridische zaken, als chief legal officers.
Wetgevingstoets
Ook is het tijd voor een nieuw wetgevingsbeleid. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken van het wetgevingsbeleid en voor de centrale wetgevingstoets op rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit. Voor de centrale wetgevingstoets zijn heldere uitgangspunten nodig. Zo moet de noodzaak van nieuwe wetten overtuigend worden aangetoond. Ook moeten nieuwe wetten worden getoetst op uitvoerbaarheid en ‘doenbaarheid’ voor burgers en uitvoeringsorganisaties. Met ‘doenbaarheid’ munt de Afdeling advisering een nieuwe term.
Uitvoeringsorganisaties
Volgens de Afdeling advisering zouden uitvoeringsorganisaties een eigen rol en plaats moeten krijgen in het wetgevingsproces, vooral voor een realistische inschatting van de effectiviteit en uitvoerbaarheid van wetgeving. Uitvoeringsorganisaties, beleidsmakers en wetgevingsjuristen zouden op de departementen moeten samenwerken in multidisciplinaire teams. Ook ná invoering van nieuwe wetgeving is permanente monitoring noodzakelijk van de (onvoorziene of ongewenste) effecten.
‘Wat’-vraag
Verder stelt de Afdeling advisering voor om in het regeerakkoord alléén te omschrijven welke problemen moeten worden aangepakt en welke doelen moeten worden bereikt, en ook de (politieke) randvoorwaarden die daarbij in acht moeten worden genomen (de ‘wat’-vraag). Zo kan beter worden onderzocht of daarvoor regelgeving nodig is of dat een andere aanpak meer in de rede ligt (de ‘hoe’-vraag).
Medewetgever
Tot slot vraagt de Afdeling advisering aandacht voor de positie van de Tweede en Eerste Kamer. Het is ‘dringend gewenst’ dat zij als medewetgever meer tijd en aandacht besteden aan het behandelen van wetsvoorstellen en de gevolgen daarvan voor de uitvoering.
Klik hier voor de volledige tekst van de aanbevelingen.