Een raadsheer van de Hoge Raad heeft van president Maarten Feteris een tik op de vingers gekregen. De rechter van het hoogste rechtscollege heeft op LinkedIn gedetailleerd en inhoudelijk zijn mening gegeven over een vonnis van de Haagse kantonrechter.
Hoger beroep
Vervolgens werd er een klacht ingediend door een advocaat die optrad namens één van de partijen in deze zaak. Er was inmiddels ook hoger beroep ingesteld. Volgens de advocaat was de kans aanzienlijk dat deze zaak in cassatie aan de Hoge Raad zou kunnen worden voorgelegd. Ook de mogelijkheid van een prejudiciële vraag werd ook niet uitgesloten. De advocaat vond het onwenselijk is dat een raadsheer van de Hoge Raad op een openbaar sociaal netwerk in discussie gaat over een uitspraak die niet in kracht van gewijsde is gegaan in een zaak die mogelijk aan de Hoge Raad wordt voorgelegd. De rechtsgang kan daardoor worden beïnvloed, meende de advocaat.
Spijt betuigd
Daar was president Maarten Feteris het mee eens, en dat heeft hij ook aan de klager laten weten, zo blijkt uit het jaarverslag van de Hoge Raad. De raadsheer in kwestie had inmiddels in een e-mail de klager zijn spijt betuigd. Hij heeft zijn opmerkingen van LinkedIn verwijderd en aangekondigd dat hij bij de Hoge Raad niet zal deelnemen aan een eventuele behandeling van deze zaak. Daarmee is de kous af, oordeelde de president.
Belangenverstrengeling
De klacht was de enige die binnenkwam via de interne klachtenregeling van de Hoge Raad. Ook over het parket van de procureur-generaal kwam één klacht binnen, over belangenverstrengeling. De klager stelde dat bij de advocaat-generaal sprake was van belangenverstrengeling omdat een partij werd bijgestaan door een advocaat die werkzaam was bij hetzelfde advocatenkantoor waar de advocaat-generaal tot 2001 ook werkte. Te ver gezocht, oordeelde de procureur-generaal, en hij verklaarde de klacht ongegrond.