Rechter mag blunderende advocaat melden bij deken

Delen:

Foto Geert Snoeijer

Als een advocaat in de fout gaat, mag een rechter bij de melding aan de deken van de Orde van Advocaten ook de benodigde vertrouwelijke gegevens verstrekken. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld in een arrest waarin de klacht van een Haagse advocaat tegen de president van de rechtbank Rotterdam ongegrond is verklaard.

De rechtbankpresident heeft haar geheimhoudingsplicht niet geschonden door vertrouwelijke gegevens over de kwestie aan de deken te verstrekken, vindt de Hoge Raad. De deken heeft die gegevens namelijk nodig om onderzoek te kunnen doen.

De klacht tegen de rechtbank was ingediend door een advocaat die had geblunderd bij een verzoekschrift in een insolventiezaak. Het verzoekschrift was niet ondertekend door de cliënte van de advocaat, en onduidelijk was wie wel de ondertekenaar was. Bovendien had de advocaat verzuimd aan te geven namens de cliënt te handelen of daartoe een machtiging te hebben. Alleen uit een regel bovenaan de fax viel op te maken om welke advocaat het ging: een kantoor uit Den Haag.

Geheimhoudingsplicht

De teamvoorzitter Insolventie van de rechtbank rook onraad en trok aan de bel bij de rechtbankvoorzitter, die op haar beurt de deken van Den Haag inseinde met de mededeling “Graag laat ik aan u over of u in bovenstaand relaas aanleiding ziet voor een gesprek met het betreffende kantoor.”

De advocaat bleek niet gediend van deze bemoeienis en diende een klacht in bij het bestuur van de rechtbank en vervolgens bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Het belangrijkste argument was dat de rechtbankpresident de geheimhoudingsplicht van artikel 13 RO heeft geschonden.

De Hoge Raad overweegt dat bij uitstek de rechter in de uitoefening van zijn functie gedragingen van advocaten kan opmerken die voor het door de deken uit te oefenen toezicht van wezenlijk belang kunnen zijn en waarvan de deken niet op andere wijze kan kennis nemen. “In de regel zal het verkrijgen van dergelijke signalen alleen nuttig en zinvol voor de deken zijn, indien daarbij voldoende concrete gegevens worden verstrekt om het signaal naar behoren te kunnen behandelen. Daartoe kan het noodzakelijk zijn dat dergelijke signalen gegevens bevatten die in beginsel vallen onder de geheimhouding.”

Op goede gronden

Of de rechter in een concreet geval vertrouwelijke gegevens mag vermelden, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij  moet, in het licht van eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, worden gekeken naar de aard en ernst van de gedraging(en) van de advocaat waarop de melding betrekking heeft en de aard van de vertrouwelijke gegevens die in de melding worden opgenomen.

Op basis van dit toetsingskader is de Hoge Raad van oordeel dat de president de vertrouwelijke gegevens op goede gronden aan de deken heeft verstrekt.

Ook klaagde de advocaat erover dat president hem voorafgaand aan de melding niet heeft gehoord. Maar dat hoeft de president niet te doen, aldus de Hoge Raad. Ook die klacht is ongegrond.

Een klacht tegen het gerechtsbestuur werd wel gegrond verklaard. De klager had aangevoerd dat het bestuur hem ten onrechte niet heeft gehoord over zijn klacht betreffende de melding aan de deken. Dat had wel moeten gebeuren, vindt de Hoge Raad.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven