Rond de jaarwisseling voor de zoveelste keer verwijlend op het bejaarde(n) eiland Madeira was er ook weer eens tijd om oude en nieuwe kranten te lezen. Waarom eigenlijk, afgezien van de verstrooiing? Wat is de zin van voorbije dingen? Alsof de trouwe lezer al die doden en gewonden weer tot leven en welzijn zou kunnen wekken. Of zelfstandig de economie weer vlot zou kunnen trekken, wereldvrede zou kunnen stichten, alle honger zou kunnen stillen en nog wat goede dingen voor de mensen meer. Intussen haalt maar een fractie van al dat onverdiende onheil in de wereld heel even het nieuws, om vervolgens weer te verdwijnen – tenminste uit de media.
Toch wordt in stilte voor sommige slachtoffers gezorgd, tenminste in beginsel. Verzekeraars en andere instanties van beschaving zijn er om menselijke schaden min of meer goed te maken. Soms doen zij dat zo schoorvoetend – of helemaal niet – dat slachtoffers ook achteraf goed zijn voor stukken in de krant. Zo wijdde Die Zeit een bladzijden lang stuk aan de chicanes van Duitse verzekeraars in letselschadezaken. Een huiveringwekkend bericht, niet alleen betrekkelijk in de steek gelaten slachtoffers maar ook als het gaat om de geesteshouding van betrokken advocaten en andere juristen. Wat een schuim. Nogal wat slachtoffers hebben niet genoeg geld en geestkracht (meer) om daar tegen op te kunnen. Verzekeraars nemen dat mee in hun calculaties, meer niet. Zo worden slachtoffers stof voor de bezems van verzekeraars, niet alleen in de Bondsrepubliek.
Waarom strijkt dergelijke ontrechting zo tegen haren van menselijkheid in? Omdat slachtoffers blijven zitten met hun schade omdat daders niet betalen. Waarom moeten die onrechtmatige daders betalen? Omdat zij daarmee doen wat zij eigenlijk hadden moeten doen.
Want volmaakte schadevergoeding is volledig rechtsherstel, alsof niets onrechtmatigs is gebeurd. Eigenlijk is echte schadevergoeding niets anders dan het terugdraaien van de tijd. Zo kan teruggave van een gestolen fiets met geld toe voor gederfd rijgenot het slachtoffer terugbrengen in een rechts- en menselijke werkelijkheid alsof de fiets nooit was weggeweest. Schadevergoeding door daders is dus een tweede en laatste kans om alsnog te doen wat die daders hadden moeten doen maar ten onrechte hebben nagelaten. Daarom moeten onrechtmatige daders betalen, en niemand anders.
Schadevergoeding is nogal eens duurder dan de dingen in een keer goed doen, voor daders én voor slachtoffers. Mede daarom is er verzekering, op kosten van daders en ter bescherming van slachtoffers én daders. Zo bieden daders op hun best niet meer dan nominale schadevergoeding: de verzekering betaalt, zelf gaan zij nogal eens vrijuit. Toch moeten slachtoffers bewijs tegen “hun” daders leveren. Dat lukt niet altijd. Daders en verzekeraars weten dat, machteloze slachtoffers blijven met lege handen achter.
De oplossing is bekend: zet de laatste stap, ontkoppel daders en slachtoffers, tenminste achteraf. Publieke fondsen kunnen goedkopere en betere schadevergoedingen bieden dan commerciële verzekeringen. Slachtoffers hoeven alleen nog te bewijzen dat zij juridisch onverdiende schade hebben geleden, ook als daders op het kerkhof liggen. Er zitten haken en ogen aan, niet alleen vanwege mogelijkheden tot misbruik. Maar toch: zo’n beetje alles is beter dan slachtoffers die nog eens slachtoffer worden van ontrechting door calculerende verzekeringsjuristen.
Ook als dergelijke schadefondsen zo goed mogelijk werken kan natuurlijk lang niet alle letsel- en andere schade worden goedgemaakt. Maar toch: draai de tijd terug. Niet alles is voorgoed voorbij. Er kan nog iets aan worden gedaan.