Trots en onbewuste vooroordelen

Delen:

Ondanks het feit dat we hier in het Caribisch deel van het Koninkrijk (ook) Nederlands spreken en ons rechtssysteem (in grote lijnen) op het Nederlandse rechtssysteem lijkt, zijn niet alle advocaten in dit deel van het Koninkrijk afkomstig uit Nederland. Zelfs hebben niet alle advocaten in dit deel van het Koninkrijk in Nederland gestudeerd, gewoond of gewerkt.

Zelf ben ik weliswaar in Amsterdam geboren, maar ik ben op mijn vijfde met mijn moeder (afkomstig uit Curaçao) terug verhuisd naar Curaçao. Na mijn  studie rechten in Nederland te hebben voltooid, ben ik teruggekeerd naar dit deel van het Koninkrijk om hier mijn carrière als advocaat in de civiele praktijk te beginnen. Ik kan dan ook trots zeggen dat ik een advocaat in het Caribisch deel van Nederland ben, met haar ‘roots’ in dit deel van het Koninkrijk.

De reden dat ik terugkeerde naar Curaçao was dat ik, naast het feit dat ik ‘mijn’ eiland mistte, de gelegenheid kreeg om mijn advocatencarrière te beginnen bij ons kantoor: een (middel)groot, gerenommeerd kantoor op het eiland, waar de kwaliteit van het werk op hoog niveau ligt. Een kantoor waar de grootte van de zaken, de complexiteit van de zaken noch de uitdaging in het werk onderdoet voor die bij de grootste kantoren in Nederland.  En alhoewel ik zelf dus nooit in Nederland heb gewerkt, word ik er door collega’s met (advocaten)roots in Nederland regelmatig aan herinnerd dat het doorlopen van de advocaatstage bij een kantoor als het onze in dit deel van het Koninkrijk in geen enkel opzicht onderdoet  voor het lopen van diezelfde stageperiode in Nederland.

Integendeel, vaak uitten mijn Nederlandse collega’s (met name die collega’s die nog niet zo lang op het eiland wonen) hun verbazing over het soort zaken waar ik als advocaat-stagiair bij betrokken ben en dan met name over de mate van zelfstandigheid die ik daarin hanteer. Zo ben ik vrijwel aan het begin van mijn stageperiode betrokken geweest bij een zaak die nu, bijna aan het einde van mijn stagetijd, nog altijd niet is afgerond. Een complexe zaak, waarbij ik ‘plots’ – na slechts een jaar ervaring – zelfstandig stond te pleiten voor het Gerecht op Aruba in een team met vijf zeer ervaren advocaten (lees: partners) van verschillende kantoren.

Doordat ik met name werkzaam ben in de arbeidsrechtpraktijk, sta ik zelf  gemiddeld minstens een keer per maand in de rechtszaal. Van Nederlandse collega’s begrijp ik dat zij in hun stagetijd vaak slechts eenmaal een rechtszaal van binnen hebben gezien: bij hun beëdiging.

Het feit dat mijn roots op Curaçao gelegen zijn, heeft bovendien grote voordelen. Dat ik de lokale taal – Papiamentu – vloeiend spreek, helpt mij in verschillende opzichten. Er zijn verschillende cliënten die, ondanks het feit dat zij vloeiend Nederlands spreken, toch liever worden bijgestaan door een advocaat die ‘hun’ taal spreekt.

Mijn afkomst helpt mij ook bij het contactleggen met nieuwe cliënten (en bij het binnenhalen van zaken!). Wanneer je op de (voormalige) Antillen bent opgegroeid, hoef je nooit veel moeite te doen om op een borrel aan de praat te raken. Altijd is er wel iemand die je aanspreekt: ‘Hey, ben jij niet het nichtje/de dochter/kleindochter van…?’ of  ‘Ah wat leuk, je bent terug op het eiland, mijn dochter/zoon is inmiddels ook x jaar terug’.

Als echte ‘Curaçaose’ advocaat ben ik dan ook trots op het feit dat ik mijn stageperiode in dit deel van het Koninkrijk doorloop. Het doet me goed wanneer er weer een nieuwe collega uit Nederland aankomt, die binnen enkele dagen opmerkt hoe onder de indruk hij of zij is van de drukte bij ons op kantoor, de interessante zaken die dagelijks binnenstromen en de hoge mate van verantwoordelijkheid die van de advocaat-stagiairs wordt verwacht.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven