Rechter Medisa in Malawi heeft op 11 juni 2009 Mavunika Phiri vrijgesproken van moord. Daarmee heeft de delegatie van Carolien Pentinga dit jaar een tweede vrijspraak gerealiseerd. Een opmerkelijke prestatie, omdat verdachten van moord in Malawi geen uitzicht hebben op berechting en jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden in voorarrest moeten afwachten.
Voor het tweede opvolgende jaar heeft advocate Carolien Pentinga deelgenomen aan een expeditie onder leiding van de Amerikaanse professor en advocate Sandra Babcock. De leden van de delegatie moeten zelf hun financiering voor het project mogelijk maken. Carolien Pentinga werd net als vorig jaar gesponsord door Brunel Legal. Twee weken lang zette de delegatie zich in voor gevangenen die al jaren in de gevangenis zitten zonder ooit een advocaat te hebben gezien. Sommige verdachten van moord zitten vast zonder een bewijs van welk strafbaar feit dan ook. Hieronder bevinden zich vele vrouwen en kinderen. De gevangenisomstandigheden zijn levensbedreigend.
De delegatie heeft dit jaar Malawiaanse advocaten geassisteerd in de aanloop naar en tijdens de geplande processen. De leden van de delegatie zijn zelf niet bevoegd om als advocaat op te treden in Malawi. In een week tijd worden de Malawiaanse advocaten zo goed mogelijk klaargestoomd voor het proces. Cliënten zijn geïnterviewd, dossiers doorgenomen, familieleden, politieagenten en getuigen zijn gezocht, gevonden en geïnterviewd, pleitnota’s zijn samen geschreven en de (cross) examination van de getuigen is voorbereid.
Tijdens de aanwezigheid van de delegatie doet de rechter twee uitspraken: Één verdachte wordt onmiddellijk in vrijheid gesteld, een ander krijgt een gevangenisstraf van vier jaar wegens doodslag in plaats van moord. Voor Mavunika Phiri en een andere verdachte wil de rechter later in de maand een uitspraak doen. Onlangs leidde de uitspraak van Mavunika ook tot vrijheid. De andere verdachte is nog in afwachting.
Tijdens haar verblijf bestudeerde Pentinga nog vier zaken en schrijft hiervoor aanbevelingen aan het Openbaar Ministerie om verdachten onmiddellijk in vrijheid te stellen bij gebrek aan bewijs van enig strafbaar feit. Tot op heden is hierover nog geen duidelijkheid.