Iedere advocaat herinnert zich nog ‘zijn’ Woudschoten. Althans, dat heb ik mij laten vertellen. Ikzelf herinner het mij in ieder geval nog levendig, maar dat telt waarschijnlijk niet mee, omdat ‘mijn’ Woudschoten pas een week geleden was. ‘Woudschoten’, voor wie niet bekend is met de term, staat voor twee dagen gedrild worden in beroepsregels en beroepsethiek met ongeveer 100 startende advocaten uit het hele land.
Om heel eerlijk te zijn had ik er geen zin in. Om heel eerlijk te zijn had ik niet een beetje geen zin, maar extreem echt heel erg geen zin. Want niet alleen zou iedereen daar ongetwijfeld veel jonger, slimmer, uitgeslapener, adremmer, kinderlozer en overall leuker zijn dan ik, maar ook zou mijn kamergenote een doorgesnoven feestbeest blijken te zijn die met een fles tequila in elke hand iedereen met haar hese stem zou uitnodigen om tot in de kleine uurtjes in onze kamer te dansen op onnavolgbare techno. Vervolgens zou ik de volgende ochtend, doodop en met een nog nasmeulende peuk in mijn recht overeind staande haar, voor de groep worden gezet met het verzoek een betoog van minimaal vijf minuten te houden over de juridische symboliek van de beroepsethiek. Ofzo.
Tijdens het inpakken van mijn tas twijfel ik hoe ik mij kan voorbereiden op het grote onbekende. Gympen mee voor een nachtelijke wandeling of dropping? Regenpak? Je weet maar nooit. Toch ook maar extra boterhammen smeren en geld in mijn schoen stoppen? Kompas in de zoom van mijn jas naaien? De herinneringen aan mijn ontgroening, heel lang geleden en – tussen ons gezegd en gezwegen – vrij tam in vergelijking met wat er nu allemaal gebeurt, dienden zich aan. Ook toen stond ik weifelend mijn tas in te pakken, extra in verwarring gebracht door de paklijst die mij van tevoren was toegestuurd. Want waarom wilde niemand mij vertellen wat een ‘klotter’ was en waar ik die kon kopen? En zou het echt noodzakelijk zijn om twee dozijn eieren mee te nemen?
Ik besluit tot een middenweg; liga’s en gympen mee en verder hopen op het beste.
Zoals te verwachten was voor iedereen met voldoende afstand van dit alles, was Woudschoten uiteindelijk interessant en inspirerend. De sfeer was prima en ’s avonds na het eten heb ik me zelfs nog tot een leuk gesprek en een aantal drankjes in de bar laten verleiden. Mijn kamergenote heb ik niet horen binnenkomen en hoewel er zeker wel gekeet en misschien zelfs overgelopen is, kon ik mij de volgende ochtend fris en relatief helder bij het ontbijt melden.
Thuis gingen de gympen en liga’s ongebruikt de kast weer in. Best jammer eigenlijk.