Een cliënt heeft over zijn juridisch probleem een voorgesprek met een advocaat van het Amsterdamse kantoor Van der Kooij Besters Advocaten. In de opdrachtbevestiging staat dat dit kantoor een uurtarief van € 165 hanteert, exclusief btw en 5 procent kantoorkosten, en andere dossierkosten. Later geeft dezelfde cliënt dit kantoor een nieuwe opdracht. Het kantoor zegt hetzelfde uurtarief te hanteren. Uiteindelijk krijgt de cliënt een rekening van € 2.127, waar € 319 aan buitengerechtelijke kosten en rente bovenop komen, plus nog de kosten van het geding. Nu de cliënt niet betaalt, stapt het kantoor naar de rechtbank Amsterdam.
Consument
De eerste vraag die de kantonrechter moet beantwoorden is: was deze cliënt een consument – dan geldt het consumentenrecht – of was hij een zakelijke klant. Het laatste, betoogt het kantoor: de cliënt had eerder als vastgoedbeheerder zaken met het kantoor gedaan. De kantonrechter legt het begrip consument ruim uit: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. “De term consument is een objectief begrip dat losstaat van de concrete kennis waarover een betrokkene kan beschikken of van de informatie waarover die persoon daadwerkelijk beschikt.” Deze cliënt was een consument. Dat bleek trouwens ook uit de facturen van het kantoor, die waren verzonden naar de cliënt als privépersoon.
Kostenbeding
Dat plaatst het kostenbeding in de overeenkomsten tussen het kantoor en de cliënt in een ander licht. Het kostenbeding is een kernbeding, en op grond van een Europese richtlijn over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moeten kernbedingen (het uurtarief) waarover niet afzonderlijk is onderhandeld – zoals in deze zaak – ambtshalve aan deze richtlijn worden getoetst indien deze niet duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
Uurtarief
Een beding in een tussen een advocaat en een consument gesloten overeenkomst moet duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Dat stelde het Europees Hof van Justitie in januari 2023. Alleen het noemen van een uurtarief stelt ‘de gemiddelde, normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument’ niet in staat om alle financiële consequenties in te schatten: hij heeft geen idee wat het totale bedrag zal zijn dat hij voor de juridische diensten zal moeten betalen. Een advocaat moet de consument, vóórdat de overeenkomst wordt gesloten, informatie verstrekken die de consument in staat stelt om met de nodige voorzichtigheid zijn beslissing te nemen. Die informatie moet aanwijzingen bevatten die de consument in staat stellen bij benadering de totale kosten van die diensten te ramen.
Niet transparant
In deze zaak was de inhoud van het schriftelijke kostenbeding niet duidelijk en begrijpelijk geformuleerd en voldeed dus niet aan de vereisten van transparantie. De cliënt kon zo niet inschatten hoeveel uren het advocatenkantoor aan de zaak zou besteden en welke andere kosten daarbij zouden komen. Dat biedt het kantoor de mogelijkheid om onbeperkt uren te declareren en kosten in rekening te brengen. Dat geldt zelfs nu het kantoor maandelijks zou factureren: al in de eerste maand kunnen de kosten zo omvangrijk zijn, dat daarmee de transparantie onvoldoende wordt hersteld, oordeelt de Amsterdamse kantonrechter.
Oneerlijk
Het kostenbeding is niet alleen niet transparant maar ook oneerlijk. Het kantoor had ook niet voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst op een andere wijze informatie verstrekt over het totaal aan kosten, en heeft de cliënt zo niet duidelijk gemaakt wat de financiële gevolgen van de overeenkomst zouden zijn. Ook op grond van de eigen gedragsregels moet een advocaat vooraf een inschatting geven van de te verwachten tijdsbesteding en het totaal aan kosten. Dit kantoor had het vereiste van goede trouw niet nageleefd. Het kostenbeding wordt vernietigd, zelfs de hele overeenkomst vervalt, concludeert de rechtbank. De rechtbank wijst de vordering van het advocatenkantoor af.
ECLI:NL:RBAMS:2024:151