Advocaten: nog veel werk aan de Wnra-winkel

Delen:

Wrna hoofdfoto
Beeld: Gerd Altmann/Pixabay

Advocaten zijn al maanden bezig om overheidswerkgevers voor te bereiden op de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Maar het echte werk begint pas na 1 januari, als de wet in werking treedt en duizenden ambtenaren een arbeidsovereenkomst moeten krijgen.

Een paar honderdduizend aanstellingen omzetten in evenveel arbeidsovereenkomsten, dat is de opdracht aan overheidswerkgevers op 1 januari 2020. De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) ‘normaliseert’ – zoals de naam al zegt – de arbeidsverhouding: iedereen een arbeidscontract, in de private én publieke sector – enkele uitzonderingen daargelaten.

Het begeleiden van die grote operatie is voor advocaten en juridische adviseurs in het arbeids- en ambtenarenrecht al lange tijd een aardige aanvulling op hun portefeuille. Ze geven cursussen, adviseren ondernemingsraden en stellen modelcontracten op.

Opleidingen

Jacques Dijkgraaf
Jacques Dijkgraaf (Dijkgraaf Advocaten)

Zo heeft het Haagse advocatenkantoor Dijkgraaf zes vakorganisaties als klant. Voor vijf daarvan (niet de vakbond voor politieambtenaren) wordt binnenkort de Wnra ingevoerd. Jacques Dijkgraaf heeft op het vele werk al geanticipeerd: hij is een van de grondleggers van het Kennisinstituut Normalisering Rechtspositie Ambtenaren, dat Wnra-cursussen in de markt zet. Dijkgraaf: “Was de vraag naar opleidingen in het eerste halfjaar van 2019 nog niet zo groot, dat is inmiddels wel anders. Geregeld wordt ons instituut gevraagd door een gemeente, een ondernemingsraad, een ambtenarenvakbond of een onderwijsinstelling om de gevolgen van de Wnra te komen toelichten.”

Koen Weijling
Koen Weijling (Stuiver & Weijling Advocaten)

Koen Weijling is met zijn kantoor Stuiver & Weijling Advocaten (De Meern) ongeveer één dag in de week bezig met de Wnra. Dat betreft advies aan overheidswerkgevers over cao’s en personeelshandboeken, het opstellen van contracten en het geven van cursussen. Hij moet vooral vragen beantwoorden over begeleiding van cao-overleg, zowel vanuit werkgeverszijde als vanuit de vakorganisaties.

Praktische adviezen

Monique de Witte
Monique de Witte (Pels Rijcken)

Bij Monique de Witte, die als advocaat leiding geeft aan het kernteam Normalisering bij Pels Rijcken is het al niet anders – ook niet vanuit haar voorzitterschap van de landelijke Vereniging voor Ambtenaar en Recht: de Wnra brengt een hoop drukte mee. De vereniging organiseerde bijeenkomsten, publiceerde een bundel artikelen en verder doet de VA&R mee in de organisatie van LabourLawLands, een festivalprogramma rondom de Wnra en de Wet arbeidsmarkt in balans op 21 november 2019. In haar trainingen komen vaak vragen aan de orde over integriteitseisen. “Zal de civiele rechter op dit punt net zo streng toetsen als de Centrale Raad van Beroep nu doet?”, zegt De Witte. “Levert een integriteitsschending een disfunctioneren-ontslag op? Of kunnen overheidswerkgevers beter kiezen voor een andere ontslaggrond? Ook zijn er vragen over de mogelijkheid tot het eenzijdig wijzigen van arbeidsvoorwaarden. Dit soort vragen leeft bij vrijwel alle overheidswerkgevers.”

Caroline Mehlem
Caroline Mehlem (De Clercq)

Voordat de hausse aan cursussen en adviezen losbarstte, schreef advocaat Caroline Mehlem (De Clercq), samen met haar collega Vincent Stavleu al een handboek over de Wnra. Op dit moment wordt het Wnra-team van De Clercq veel gevraagd om cursussen en workshops te geven aan gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen, cursussen die dan – zegt Mehlem – ‘vooral praktisch’ moeten zijn. Die zijn bedoeld voor besturen, HR-medewerkers en ondernemingsraden. “Om de transitie zo soepel mogelijk te laten verlopen, hebben wij voor een aantal cliënten – waaronder de Universiteit Leiden – een Wnra-helpdesk in het leven geroepen. Daar kan men terecht met ad hoc en praktische vragen, alsook voor ondersteuning in procedures.”

Integriteitsbeleid

Ondanks deze voorbereidingen constateren de advocaten nog hiaten bij de overheidswerkgevers. En een van de grootste is, volgens Dijkgraaf, het integriteitsbeleid. “Overheidswerkgevers denken nog maar heel spaarzaam na over de ingrijpende consequenties van deze wet voor de arbeidsverhoudingen binnen de overheid. Met name de gevolgen voor het handhaven van het eigen integriteitsbeleid zijn nog onvoldoende doordacht.” Vooral bij de zelfstandige bestuursorganen vindt Dijkgraaf het nog ‘opvallend stil’.

Verder durft Dijkgraaf wel het vermoeden te uiten dat de overgang van het bestuursrecht naar het civiele arbeidsrecht – waaronder ambtenaren komen te vallen – niet vlekkeloos zal verlopen. “Geschillen moeten vanaf 2020 anders aanhangig worden gemaakt. Omdat de civiele verjarings- en vervaltermijnen bij overheidswerkgevers volstrekt onbekend zijn, zal dat tot veel vragen en problemen leiden. Bovendien verwacht ik in het eerste kwartaal van 2020 nog wel enkele misverstanden, omdat leidinggevenden blijven optreden alsof ze nog steeds een besluit moeten nemen voor een arbeidsvoorwaardelijk gevolg.”

Achter de feiten

Ook Koen Weijling vindt dat het nogal schort aan de kennis van het arbeidsrecht bij overheidswerkgevers. “Met name voor het toepassen van het arbeidsrecht in de dagelijkse praktijk is het kennisniveau van de HRM-medewerkers nog niet op niveau. Met name de kleinere organisaties lopen achter, wat ook wel logisch is omdat die nu eenmaal geen juridische specialisten in huis kunnen nemen.”

Caroline Mehlem herkent dat beeld. “Grote overheidswerkgevers zijn goed georganiseerd en als het goed is ook gedegen voorbereid. Bij kleinere werkgevers is het verschil groot: de ene is tot in de puntjes voorbereid, de ander loopt nog steeds volledig achter de feiten aan.” Daarnaast constateert Mehlem nog andere problemen: “Veel overheidswerkgevers worstelden – en soms nog steeds – met de vraag of het verstandig is arbeidsovereenkomsten op te stellen, met of zonder eenzijdig wijzigingsbeding. Maar de meeste grote overheidswerkgevers kiezen voor een automatische omzetting per 1 januari 2020. Opvallend genoeg wordt vaak onvoldoende aandacht besteed aan de vraag of het hebben van een goed bijgewerkt personeelshandboek wellicht verstandig is. Hier valt nog wel de nodige winst te behalen.”

Kat uit de boom kijken

Desondanks verwachten de advocaten een redelijk soepele inwerkingtreding van de Wnra. “De wetgeving voorziet zelf middels het overgangsrecht hierin”, zegt Monique de Witte. “Het arbeidsrecht is een beproefd concept en zo’n grote aardverschuiving is het nu ook weer niet. Uiteraard moeten processen anders worden ingericht en wordt straks anders geprocedeerd. Maar dat valt te overzien. Er is ook ruim voorbereidingstijd geweest.”

Ook Koen Weijling voorspelt geen rommelige inwerkingtreding. “Dat zal wel soepel verlopen. Maar dan is het wachten tot zich de eerste problemen in de arbeidsrelatie gaan voordoen. Ik verwacht dan ook dat er na 2020 heel veel vragen en nieuwe opleidingswensen op ons af gaan komen.” Jacques Dijkgraaf sluit zich daarbij aan. “Ik sluit niet dat in de eerste maanden van 2020 het aantal geschillen erg zal meevallen, omdat ieder de kat uit de boom kijkt. Maar medio 2020 zal er veel behoefte zijn aan een actualiteitencursus om lessen te leren uit de eerste ervaringen.”

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven