Vanaf 1 januari 2023 is het takenpakket van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitgebreid met ‘studentenzaken’. Deze werden voorheen behandeld door het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), maar dat bestaat sinds die datum niet meer. Studenten die beroep willen instellen tegen een beslissing van een universiteit of hogeschool moeten dit voortaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak doen, de hoogste algemene bestuursrechter. Rechtszaken die bij het CBHO liepen en waarin nog geen uitspraak is gedaan, zijn overgedragen aan de Afdeling bestuursrechtspraak. Die zal de zaken verder behandelen. Een jaar geleden begon in de politiek de discussie over de opheffing van het CBHO.
Lager griffierecht
Net als een beroepsgang bij het CBHO, streeft de Afdeling bestuursrechtspraak naar een korte doorlooptijd van de procedures (drie maanden is de bedoeling) hoewel de Afdeling advisering, ook van de Raad van State, er een jaar geleden vraagtekens bij stelde of dat haalbaar zou zijn. Ook wordt gelet op de laagdrempeligheid van de rechtsbescherming. Dat laatste houdt in dat studenten in deze zaken een lager griffierecht betalen en niet worden veroordeeld in de proceskosten van de andere partij. Het bedrag dat studenten betalen om hun beroepschrift te kunnen behandelen, bedraagt € 50.
Geen gelijk
De eerste drie zaken die de Afdeling bestuursrechtspraak heeft behandeld, gaan over een bindend negatief studieadvies waartegen twee hogeschoolstudent beroep hebben ingesteld, het afwijzen van een Erasmusbeurs voor een hogeschoolstudent. Voor de studenten was dat geen succes: geen van hen kreeg gelijk.
Uitspraken in studentenzaken worden vooraan op woensdagochtend op de website van de Raad van State gepubliceerd, net als andere uitspraken. Op de website staat ook informatie hoe studenten in beroep kunnen gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
