De rechtbank Midden-Nederland wordt als enige bevoegd om zaken te behandelen waarin politiemensen zich voor de rechter moeten verantwoorden voor het gebruik van geweld. Dit blijkt uit een wetswijziging, die voortvloeit uit het Regeerakkoord.
Volgens minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) vragen dergelijke zaken om een specifieke deskundigheid. “De beslissing om in een concreet geval geweld te gebruiken valt vrijwel altijd in een complexe situatie. Bovendien heeft een politieagent vaak weinig tijd om te beslissen. Het is dan van groot belang dat het optreden van politiemensen achteraf wordt getoetst door een rechter die niet alleen gedegen kennis heeft van de regels en de omstandigheden waaronder opsporingsambtenaren geweld gebruiken, maar ook ruime ervaring heeft in het toetsen hiervan.”
Concentratie van dit soort zaken bij één rechtbank kan een grote meerwaarde opleveren, denkt de minister, omdat nu op één plaats opbouw van specialistische kennis kan plaatsvinden. Ook biedt het de rechtbank de mogelijkheid om gerichter te investeren in scholing op dit gebied. Tegen deze achtergrond heeft Grapperhaus een wijziging van het wetsvoorstel Geweldsaanwending opsporingsambtenaar naar de Tweede Kamer gestuurd.