Reclames in de openbare ruimte over vleesconsumptie en vliegreizen, kan dat nog wel? Anita Nijboer heeft daarover een duidelijke mening. Zij studeerde tussen 1995 en 2000 rechten aan de Universiteit van Amsterdam, en zat in 1998 op de lawschool van de University of Nebraska (Lincoln). Na haar afstuderen werkte zij een jaar als auditor bij de Rabobank en jurist bij Gemeente Amsterdam. In 2003 werd zij advocaat, eerst bij Van den Biesen Boesveld Advocaten, daarna bij Boekel de Nerée, Ekelmans & Meijer Advocaten en Kennedy Van der Laan, en sinds 2022 bij SIX Advocaten, waar zij ook partner is. Daarnaast was zij aan de UvA verbonden als (parttime) docent, eerst in het natuurbeschermingsrecht en later in het omgevingsrecht.
Wat is de beste en slechtste herinnering aan uw rechtenstudie?
Mijn slechtste herinnering heb ik aan een van mijn eerste hoorcolleges. Ondanks dat we in een zaal zaten met 350 studenten had ik niet helemaal in te gaten dat het, in tegenstelling tot op de middelbare school, kennelijk niet de bedoeling was om antwoorden te geven op vragen die door de hoogleraar werden gesteld. Toen een vraag werd gesteld en ik een uitgebreid antwoord gaf, werd mij verstaan gegeven dat ik precies zo redeneerde als Winnie Sorgdrager (toen minister van justitie). Uit de manier waarop dat werd gezegd en door het harde lachen van mijn medestudenten, begreep ik dat ik dat vooral niet als compliment had mogen opvatten. Ik heb mijn lesje snel geleerd. Wel jammer van de interactie, als ik nu lesgeef, ben ik juist altijd erg blij met antwoorden en vragen van studenten.
De beste herinnering is toch wel de uitwisseling naar Nebraska geweest. We woonden op de campus in een studentenblok met een grote hoeveelheid studenten uit de hele wereld die natuurlijk met elkaar een groot feestblok vormden. Naast de studie, waar ik natuurlijk ook wel wat van heb opgestoken, heb ik vooral veel geleerd over het leven op het platteland in het midden van (christelijk) Amerika, versus het leven in de verschillende steden.
Onze campus was een alcoholvrije campus, behalve een klein perceel waar een kerk op stond en wat eigen terrein was. In de computerzaal kon je de documenten vinden en lezen van iedereen die daar had gewerkt. Daar vonden we uitgebreide teksten over hoe de studenten naar de kerk konden worden gelokt met behulp van gratis bier, waarna aan hen het woord Gods kon worden verkondigd. Gelukkig hadden wij al snel geleerd in welke bar het op welk moment van de week happy hour was zodat we ‘het woord’ aan ons voorbij konden laten gaan.
Wat was uw favoriete en uw minst favoriete vak?
Een van de vakken waar ik echt weinig mee had was (je gelooft het niet) bestuursrecht. Ik vond het vak saai, de mensen ongelooflijke nerds en wat ik ervan heb onthouden is dat constant de vraag moest worden gesteld: ‘wat is een besluit’, ‘wat is een bestuursorgaan’ en ‘wat is een belanghebbende’. Kennelijk ben ik destijds opgehouden met opletten vanaf de eerste drie artikelen uit de Awb, maar zo dik was de Awb ook nog niet in 1995. Dat ik na mijn studie de liefde voor het bestuursrecht heb opgevat komt toch echt door Phon van den Biesen. Bij hem deden we zulke geweldige en spraakmakende zaken en hij was (en is) zo bevlogen dat het rechtsgebied begon te leven.
De vakken die ik het leukst vond lagen meer in de hoek van de rechtsfilosofie. Wat is recht, wat is rechtvaardigheid? Is een onrechtvaardige wet recht? Nog steeds wat mij betreft interessantere vragen dan ‘wat is een besluit.’
Wie was voor u een inspiratiebron?
Ik had niet echt een inspiratiebron als student. Ik was eigenlijk ook niet heel erg bezig met mijn studie, moet ik eerlijk bekennen. Ik kwam uit een klein dorpje in Friesland met nog geen 700 inwoners, waar iedereen wist wie ik was, en ging van daaruit alleen in Amsterdam wonen. Bijna al mijn klasgenoten gingen naar Groningen maar ik zocht de anonimiteit. Dat bleek nogal een cultuurshock. Ik was zeker de eerste twee jaar vooral bezig met mensen ontmoeten, vrienden maken, een nieuw leven beginnen dat totaal anders was dan in de voorgaande jaren. Kortom, ik moest heel erg wennen en mijn draai vinden. Verder bekostigde ik mijn eigen studie dus moest er ook veel worden gewerkt. Ik heb ontbijt- en lunchdiensten gedraaid in het Krasnapolsky, achter de bar en frituur gestaan bij een sporthal en heb een baan gekregen in het studententeam van de Rabobank waar ik met veel plezier de rest van mijn studietijd heb gewerkt. Ik ging eigenlijk alleen naar werkcolleges omdat deze verplicht waren; bij hoorcolleges was ik na mijn initiële fiasco weinig meer te vinden. Ik kwam dan na college naar de Oudemanshuispoort en ging dan met mijn medestudenten samen in de bieb studeren en daarna samen naar café de Doelen (wat wij café Oorlam noemden omdat dat nu eenmaal op het raam stond). Toen ik samen met mijn nieuw gemaakte vrienden ook nog eens het uitgaansleven ontdekte, zoals de IT en de RoXY, was ik al helemaal niet meer veel in de collegebanken te vinden. Dus ja, als ik dan toch een inspiratiebron moet noemen dan waren het de dj’s uit die tijd: Joost van Bellen, dj Isis, dj Per en dj Dimitri, om er een paar te noemen.
Wat zou u achteraf aan uw curriculum willen veranderen?

Achteraf gezien had ik wel wat meer naar college willen gaan en had ik mij wat meer willen gedragen als student. Ik was voor wat betreft mijn studie vooral bezig met tentamens halen. Dat hield voor mij in dat ik, als de tentamenweek eraan kwam, de boeken uit het plastic haalde, keihard ging leren en dan een 6 haalde. Ik had geen idee dat later ooit nog eens naar je cijferlijst zou worden gevraagd. Omdat ik de eerste uit mijn familie was die ooit ging studeren, had ik dat ook niet echt meegekregen, ik dacht dat gewoon snel afstuderen met vakken waar je wat aan had, voldoende was. Nu is dat allemaal wel goed gekomen maar ik denk dat ik toch meer lol in mijn studie had gehad als ik wat vaker naar college was gegaan.
Welk advies wilt u de huidige generatie rechtenstudenten meegeven?
Mooi dat ik na al mijn missers wordt gevraagd om een tip. Wees niet zoals ik, zou een goede tip kunnen zijn. Aan de ander kant het is met mij toch ook goed gekomen. Ik ben civielrechtelijk afgestudeerd met wat zesjes maar werk mijn hele leven al in het bestuursrecht met erg interessante zaken. Dus het maakt eigenlijk niet zo heel veel uit. Mijn advies is dan ook: maak je niet te druk om wat later het meeste succes zal sorteren maar ga tijdens je studie vooral uitzoeken wat je leuk en interessant vindt en ga dat doen. En vergeet niet zo en nu en dan uit te gaan!