De Amerikaanse advocaat Steven A. Schwartz stond medio 2023 ongekend voor paal: in een omvangrijk proces tegen de Colombiaanse luchtvaartmaatschappij Avianca voerde Schwartz zijn pleidooi, dat hij onderbouwde met allerlei relevante jurisprudentie. Het enige probleem: een groot deel van de zaken die Schwartz aanhaalde, bestond helemaal niet. De advocaat had zijn jurisprudentie-onderzoek uitgevoerd met behulp van ChatGPT en had niet de moeite genomen de uitkomsten daarvan nog te controleren. Resultaat: een verloren zaak en omgerekend 4600 euro boete voor het kantoor van Schwartz.

“Als mensen met AI gaan werken, dan is geletterdheid van belang”, legt Mariëlle Trimbos-Hartman uit naar aanleiding van het inmiddels beruchte incident. Trimbos-Hartman werkt als bedrijfsjurist bij Stedin en is daarnaast vicevoorzitter van de sectie Digitalisering van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen. “Geletterdheid als in: begrijpen hoe de tools die je gebruikt werken en wat ze doen. ChatGPT is een taalmodel: het geeft de meest logische reactie op je prompt, en dat is niet per se de waarheid.”
Tweeledig
Sinds de lancering van ChatGPT eind 2022 verloopt de opkomst van AI stormachtig, ook in Nederland. Bijna elk bedrijf doet wel ‘iets’ met AI. Dat maakt dat ook de moderne bedrijfsjurist er niet aan ontkomt om zich te verdiepen in AI. Volgens Trimbos-Hartman is die impact op bedrijfsjuristen tweeledig. “Ten eerste is er natuurlijk Europese wetgeving die inmiddels in werking is getreden: de AI Act. Als bedrijfsjurist moet je niet alleen die wet kennen, maar te zijner tijd ook de relevante jurisprudentie. Maar om je werkgever goed te kunnen helpen compliant te zijn en het optimale uit AI te halen, moet je breder kijken dan dat. Er is bijvoorbeeld een Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie vanuit de Rijksoverheid en de overheidsbrede visie op generatieve AI. Ook het rapport Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is voor bedrijfsjuristen waardevol.”
Net zo belangrijk is het echter dat bedrijfsjuristen een eigen strategische visie op de inzet van AI binnen de eigen organisatie ontwikkelten “Zo heeft Stedin Groep een eigen Richtlijn kunstmatige intelligentie, waarin bijvoorbeeld ook de Ethische Richtsnoeren betrouwbare kunstmatige intelligentie van de Europese Expertgroep zijn verwerkt.”
Bij het ontwikkelen van zo’n visie hoort ook dat bedrijfsjuristen zelf actief aan de slag gaan met AI, vindt Trimbos-Hartman. Daarover gaat het dan ook regelmatig binnen de sectie Digitalisering van het NGB. Iedere zes tot acht weken komt de werkgroep AI bij elkaar om best practices en tips uit te wisselen.“Je moet als bedrijfsjurist eenvoudigweg zelf ook gebruikmaken van AI-tools als je relevant wilt blijven en bij wilt blijven. Er zijn tal van tools die je kunnen helpen en ondersteunen, mits je ze op de juiste manier inzet.”
Initiatief
AI kan door bedrijfsjuristen nu al succesvol worden ingezet bij bijvoorbeeld contractmanagement, tekstproductie en jurisprudentie-monitoring, ziet Trimbos-Hartman. “We zitten nog in het begin, maar je kunt AI-systemen nu al goed trainen als assistent. Je kunt AI bijvoorbeeld vragen de boodschap in jouw e-mails op een bepaalde doelgroep af te stemmen, waarna je zelf gaat corrigeren en bijschaven. En AI kan je niet alleen helpen bij de productie van tekst of andere content, maar ook bij kennisverwerving. Bijvoorbeeld door uitspraken van rechters of geschillencommissies te laten samenvatten. Zolang je zelf de output maar goed controleert.”
De bedrijfsjurist die AI-tools zelf regelmatig gebruikt en de werking ervan leert begrijpen, kan beter adviseren over de kansen en risico’s van die tools. “Ik zie dat ook als de rol van de bedrijfsjurist: elke keer bij elke nieuwe ontwikkeling een stapje vooruitdenken en het initiatief nemen. Zo help je je organisatie, want je laat zien wat er allemaal kan. Tegelijkertijd zet je een onderwerp als AI op de kaart als een Legal-onderwerp: hiervoor moet je bij mij zijn. Ik help je een oplossing voor je probleem te vinden binnen de juridische kaders.”
Enorme vlucht

Dat de opkomst van AI juist voor bedrijfsjuristen een interessante trend is, heeft alles te maken met het chronische tijdgebrek op de juridische afdeling, weet Martin Woodward van Randstad. Woodward is voorzitter van de sectie Digitalisering van het NGB en volgt in die hoedanigheid de technologische ontwikkelingen op de voet.
“Iedere bedrijfsjurist is op zoek naar manieren om het werk sneller, efficiënter en effectiever uit te voeren.” Want budgetten zijn altijd ontoereikend en er zijn altijd te weinig handjes. Dat komt: bedrijven zijn niet opgericht om juristen aan het werk te houden en de bedrijfsjurist is dus een ondersteunende functie. Maar dat betekent wel dat je als bedrijfsjurist dan zoveel mogelijk werk moet doen waarmee je écht van toegevoegde waarde bent.”
Woodward ziet bij de meeste bedrijfsjuristen, veel meer dan bij bijvoorbeeld advocatenkantoren, de intrinsieke motivatie om efficiënter te gaan werken. “De meeste kantoren werken uurtje-factuurtje. Dan maakt het niet uit of je efficiënter gaat werken. Bij bedrijfsjuristen maakt dat wel uit. Daarom denk ik dat de inzet van generatieve AI door bedrijfsjuristen de komende jaren een enorme vlucht gaat nemen.”
Specialistisch
De inzet van generatieve AI door bedrijfsjuristen komt momenteel nog vaak neer op de inzet van generieke tools, ziet Woodward. Binnen Randstad gebruikt men een zelf-ontwikkelde chatbot gebaseerd op Google Gemini, maar dan geschikt gemaakt voor gebruik binnen de eigen organisatie. “Maar dat is nog steeds een generiek systeem”, zegt Woodward. “Ik verwacht in de nabije toekomst echter veel meer specialistische tools: tools specifiek voor de bedrijfsjurist. Denk aan een systeem waaraan je kunt vertellen: ik heb partijen A en B, ik wil een overeenkomst sluiten met kenmerken X en Y, dit is ons archief met alle contracten uit het verleden, jij bent de paralegal, maak maar een nieuw conceptcontract.”
Zulke systemen, die het ‘saaie’ standaardwerk uit handen nemen en daardoor tijd vrijmaken voor ander, leuker en gevarieerder werk, zijn volgens Woodward dichterbij dan velen denken. “We zijn gewend dat technologische ontwikkelingen fysieke arbeid vervangen. Machines, elektrische apparaten. Maar AI is een ontwikkeling die kenniswerk vervangt. Generatieve AI is fundamenteel anders: werk dat je voorheen een stagiair of eerstejaars jurist liet doen, kan heel binnenkort door een AI-systeem worden gedaan. Zo’n ‘agent’ opereert als een volwaardig lid van je team, dat je alleen nog even moet controleren en aanvullen – zoals je dat ook met die eerstejaars jurist moet.”
Omdat die fundamentele veranderingen al zo dichtbij zijn, is het wat Woodward betreft cruciaal dat bedrijfsjuristen – als ze dat nog niet gedaan hebben – zelf gaan experimenteren en zich een beeld vormen van de mogelijkheden. “Pashet gewoon eens toe op allerlei dingen. Wees nieuwsgierig. Heb een open vizier en omarm de kansen die AI voor jou biedt – maar wees ook beducht op de risico’s.”
Verschuiving

Die risico’s zijn er op twee niveaus. Enerzijds is er het risico voor de organisatie die AI inzet, maar onvoldoende aansluiting vindt bij de juridische afdeling: wetgeving als de AI Act stelt hoge eisen aan AI-inzet en voor compliance is het een vereiste dat organisaties hun hele leverketen in beeld hebben. Implementeer je AI-ondersteunde systemen of hardware, of werk je samen met leveranciers die dat doen, dan horen daar een inventarisatie en andere verplichtingen bij waarmee je als organisatie aantoont dat je aan de wet voldoet.
Maar er is bovendien een risico voor de bedrijfsjurist zelf, zo constateren Sebastiaan ter Wee en Dominique Poot van Deloitte. Ter Wee leidt het Legal Tech en Contracting team bij Deloitte Legal en Poot heeft als director bij Deloitte Legal Management Consulting ruime ervaring met de implementatie van technologie in juridische context. Beide heren zijn hoofdauteur van het eind november verschenen boekje NGB Reeks deel X: AI, over de impact van AI op bedrijfsjuristen.
“De old school jurist, die zit te wachten op een e-mail of een belletje, vormt straks een risico”, legt Poot uit. “En ik zeg old school, maar dit heeft niets met leeftijd te maken. Het gaat om aanhaken bij innovatie, dus nieuwe technologie omarmen. Dat moet je bovendien proactief doen, vanuit je eigen intrinsieke motivatie, in plaats van reactief. Doe je nu, met de huidige AI-ontwikkelingen, niets? Dan zul je straks voorbijgelopen worden.”
Ter Wee voorziet daarom een belangrijke verschuiving van de verantwoordelijkheid van bedrijfsjuristen. “Je moet als bedrijfsjurist veel meer dan vroeger een forward leaning, product-begrijpende jurist zijn. Dat houdt in: je moet midden in de organisatie staan, met je voeten in de modder, en snappen welke producten jouw organisatie maakt en welke juridische vraagstukken daarbij horen. Dus niet geïsoleerd in je silo zitten, maar horizontaal door de organisatie bewegen. Je moet daarbij met allerlei functies binnen de organisatie samenwerken en bovenal begrijpen wat ze doen, wat hun drijfveren zijn en waar hun belangen zitten. Ik noem dat ook wel: de legal unicorn. Die bedrijfsjurist, die is straks goud waard.”
Exponentiële verandering

Ter Wee noemt de autobranche als voorbeeld. Vroeger was een auto een puur mechanisch product, maar tegenwoordig hebben auto’s internetverbinding, genereren ze data en zitten ze bomvol technologie. “Dat werpt allerlei vragen op waar een jurist naar moet kijken. Wat doe je met die data, hoe verwerk je die, hoe zit het met de privacy? Datzelfde gebeurt nu bij organisaties die AI gaan gebruiken, waar dan ook in de organisatie. Dan wil je als organisatie een bedrijfsjurist die vooruitloopt op de ontwikkelingen, verantwoordelijkheid neemt, proactief meedenkt en richting geeft. Een jurist die de ontwikkelingen helpt versnellen, in plaats van telkens op de rem trapt.”
Poot ziet een groot verschil tussen de opkomst van AI en eerdere technologische ontwikkelingen die bedrijfsjuristen raakten, zoals de beweging naar de cloud en toenemende automatisering. “Dit keer is het anders”, aldus Poot. “Die andere ontwikkelingen waren nuanceverschillen in hoe je ging werken. Maar AI heeft impact op de hele samenleving. Van jong tot oud, iedereen heeft het erover. De ontwikkeling is enorm en gaat dwars door alle lagen van de maatschappij. En het is een exponentiële verandering, geen lineaire: AI gaat zich veel sneller ontwikkelen dan veel mensen beseffen.”
Gepersonaliseerde buddy
De AI-opkomst van nu biedt voor bedrijfsjuristen legio kansen om zich te onderscheiden, ontwikkelen en een nieuwe, cruciale positie in hun organisatie in te nemen. Dat levert tegelijkertijd een uitdaging op, weet Ter Wee: “Het instapniveau gaat omhoog. Als je junior jurist in de toekomst een AI-assistent is, dan heb je als bedrijfsjurist eigenlijk vanaf dag één al senioriteit nodig. Je moet direct midden in de organisatie staan, snappen wat je moet doen om waarde toe te voegen en helikopterview hebben. Maar dat is lastig, als je net binnenkomt.”
Poot voegt toe: “Voorheen was repetitief werk, zoals het opstellen van contracten en andere juridische documenten, typisch een klus voor het ‘legertje jonge juristen’ dat nog in opleiding was.” Hij ziet echter hoe dat repetitieve werk nu al in de praktijk steeds meer wordt overgenomen door AI-tooling. “En dus ga je dat training on the job veel minder zien. Maar aan de andere kant: je kunt AI ook weer inzetten om juist die junior jurist te trainen. AI-assistenten kunnen jou corrigeren. En ze kunnen dat heel effectief, want ze zijn altijd beschikbaar en toegespitst op jou als persoon. Een AI-assistent als gepersonaliseerde buddy die ervoor zorgt dat je die legal unicorn kunt worden die jouw organisatie nodig heeft om te groeien.”
Prompt library

Hoewel de mogelijkheden grenzeloos lijken, is het voor veel bedrijven nog lastig om het concept van AI volledig te begrijpen. Dat constateert ook Douwe Groenevelt, Hoofd Legal HQ en Deputy General Counsel bij ASML. Groenevelt staat bekend als iemand die graag experimenteert met de inzet van nieuwe technologieën voor de juridische praktijk. In 2009 haalde hij voor het eerst het nieuws toen hij namens Stichting BREIN een dagvaarding naar The Pirate Bay verzond via Twitter – een communicatiewijze waarmee de rechter later akkoord ging. Tegenwoordig publiceert Groenevelt veelvuldig over AI-gebruik via zijn LinkedIn-kanaal.
“Het hoort een beetje bij een bedrijf als ASML om voorop te lopen bij technologische ontwikkelingen”, legt Groenevelt uit. “Maar zoals bij alle bedrijven is adoptie een uitdaging als het om AI gaat. Daarom hebben we bij ons een tweewekelijkse kennisuitwisseling over AI: we bespreken met elkaar tips en best practices over hoe AI-tooling optimaal voor ons kan werken, en welke prompts we hebben gebruikt. Die kennis borgen we vervolgens in een prompt library, zodat de kennis niet de deur uitloopt als mensen het bedrijf in de toekomst verlaten, maar we als organisatie groeien in onze knowhow over AI-inzet.”
De juridische afdeling bij ASML bestaat voor een groot deel uit juristen die technologie een warm hart toedragen. Dat helpt volgens Groenevelt ontegenzeggelijk bij het omarmen van alle nieuwe mogelijkheden van AI. “We zijn ook een van de weinige juridische afdelingen met een bedrijfsonderdeel dat zich specifiek toelegt op legal innovatie, technologie en AI. Ik vind het heel belangrijk dat juridische organisaties mensen die op innovatie of technologie werken niet ondergeschikt maken aan de core business. Innovatie doe je er niet even bij, maar moet een kernonderdeel van je organisatie zijn als je echt stappen wilt maken. Daarom moedigen we binnen ASML ook horizontale verschuiving aan: ga als inhoudelijke jurist maar een jaar op de legal innovatie-afdeling werken, of andersom. Daarmee verbreed je je vaardighedenset en draag je bij aan de ontwikkeling van het bedrijf.”
Bedrijfsjurist als innovator
Los van zijn eigen voorliefde voor technologie ziet Groenevelt de juridische afdeling als ideale voedingsbodem voor de eerste implementatie van AI innovaties. “Stel nou dat je als juridische afdeling langs IT gaat en zegt: wij willen graag een juridische chatbot voor onze afdeling, powered by AI. Voor IT is dat zeer interessant, want die zijn bij nieuwe technologieën altijd op zoek naar ‘testobjecten’, zeker als die daar snel te implementeren zijn. Maar nu komt het”, vervolgt Groenevelt, “het is ook heel goed voor de juridische afdeling. Omdat zo’n chatbot er uiteindelijk toch komt, in welke hoedanigheid dan ook, en die moet dan toch langs die juridische afdeling. Want het moet voldoen aan wetgeving en alle juridische verplichtingen moeten afgedekt zijn. Maar dan ben je achteraf vakjes aan het afvinken, en dat werkt vertragend. Als je IT en Legal direct laat samenwerken, door nieuwe innovaties bij de juridische afdeling te testen, dan is het juridische deel afgerond zodra de test erop zit. Win-win.”
Bijkomend voordeel is dat juristen van nature tekstueel sterk zijn en getraind zijn om secuur te werken. Dat komt bij implementaties van AI-tooling – die dikwijls gebaseerd zijn op taalmodellen – goed van pas, zo is Groenevelt van mening. “Als je als bedrijfsjurist nu niet aan de slag gaat met AI, mis je de boot en heb je een inhaalslag te maken als de rest van de wereld je voor is gegaan. Zoek dus de samenwerking op en werp jezelf op als de AI-innovator binnen je organisatie. De bedrijfsjurist heeft dankzij AI nu dé kans om eens die innovator te zijn, in plaats van alleen maar de politieagent die achteraf komt controleren of alles wel volgens de regeltjes is gegaan.”